Superstorm van koolmonoxide boven exoplaneet
Nederlandse astronomen onder leiding van de Leidse onderzoeker Ignas Snellen namen voor het eerst een superstorm waar in de atmosfeer van een exoplaneet. De koolmonoxide-wind bereikt snelheden van 5000 tot 10.000 kilometer per uur wanneer hij van de hete dag- naar de koude nachtzijde stroomt. Dit stond 24 juni in Nature.
Een exoplaneet is een planeet die draait om een andere ster dan onze zon. In dit geval gaat het om de bekende ‘hete Jupiter’ HD209458b, die draait om een ster in het sterrenbeeld Pegasus. Hij is 11 jaar geleden ontdekt.
Van dag naar nacht
De astronomen vonden het bewijs voor de superwind door heel nauwkeurig het giftige koolmonoxidegas te bestuderen. Ze zagen dat dit gas met enorme snelheid van de extreem hete dagzijde van de planeet naar de koelere nachtzijde stroomt. ‘Op aarde leiden grote temperatuurverschillen in de atmosfeer onvermijdelijk tot veel wind’, zegt teamlid Simon Albrecht, die in Leiden promoveerde en nu met een een Rubiconsubsidie bij het Massachusetts Institute of Technology werkt. ‘En zoals onze nieuwe metingen laten zien, is de situatie op deze planeet niet anders.’
Evenveel koolstof als Jupiter en Saturnus
Ook konden de astronomen meten hoeveel koolstof er in de atmosfeer van deze planeet zit. ‘Het lijkt erop dat HD209458b net zo koolstofrijk is als Jupiter en Saturnus. Dat kan erop wijzen dat hij op dezelfde manier is ontstaan’, zegt Snellen. ‘In de toekomst zullen astronomen wellicht in staat zijn om dit soort waarnemingen te gebruiken om de atmosferen van aardachtige planeten te onderzoeken, om vast te kunnen stellen of er ook elders in het heelal leven is.’
Bepaling massa
De waarnemingen leidden tot nog een bijzondere primeur: de meting van de baansnelheid van de planeet zelf, die een directe bepaling van zijn massa mogelijk maakt.
Altijd zelfde kant naar ster gekeerd
HD209458b heeft ongeveer 0,6 maal de massa van Jupiter. Hij draait om een zonachtige ster in het sterrenbeeld Pegasus, op een afstand van 150 lichtjaar. De afstand tussen de ster en de planeet is twintig keer zo klein als die tussen zon en aarde. Hierdoor wordt de planeet sterk opgewarmd door zijn moederster: aan de dagzijde loopt de oppervlaktetemperatuur op tot ongeveer duizend graden. Maar omdat de planeet altijd dezelfde kant naar de ster toekeert, is de ene helft van de planeet heel heet, terwijl de andere helft veel koeler is.
Meer informatie en videobeelden op de website van ESO.