Wat er gebeurt als twee sterrenstelsels botsen
Als sterrenstelsels botsen, botsen de zwarte gaten in hun centrum dan ook om samen een supergroot zwart gat te vormen? Dat veronderstelt men wel, maar zo eenvoudig is dat niet, stelt Simon Portegies Zwart. De informaticus en sterrenkundige gaat het onderzoeken met een Vici-beurs.
Een miljard zonnemassa’s
Dubbele zwarte gaten
Bindingsenergie
De interactie tussen de zwarte gaten en de sterren drijft de zwarte gaten naar elkaar toe. Ze vormen dan een dubbel zwart gat. Daaromheen draaien de sterren. Als een ster te dicht in de buurt komt, wordt hij met grote snelheid weggeslingerd. Dat kost bindingsenergie die getapt wordt uit het dubbele zwarte gat, met het gevolg dat de zwarte gaten elkaar dichter naderen. Op een gegeven moment zijn de sterren in de buurt op en worden er dus geen sterren meer weggeschoten.
Zwaartekrachtstraling
Universitair docent
Portegies Zwart is behalve sterrenkundige ook informaticus. Tot voor kort was hij in Amsterdam universitair docent (UD). Leiden bood hem eerst een bijzonder hoogleraarschap aan, maar toen hij een Vici won – een bijzondere prestatie voor een UD – werd dat gewoon hoogleraar. In Leiden is hij de eerste UD die rechtstreeks hoogleraar geworden is. ‘Er zijn twee stromingen in de Nederlandse sterrenkunde’, vertelt hij. ‘Amsterdam, Utrecht en Nijmegen richten zich voornamelijk op sterren en dubbelsterren, Leiden en Groningen doen sterrenstelsels en kosmologie. Er is weinig overlap en kruisbestuiving tussen beide stromingen. Met het emeritaat van Ed van den Heuvel viel mijn draagvlak in Amsterdam een beetje weg, terwijl Leiden juist meer gericht is op mijn specialisatie: de computationele sterdynamica.’
Interactie
Een sterrenstelsel heeft zo’n 100 miljard sterren, maar die zijn niet tot op iedere individuele ster uit te rekenen. Tot nu toe is dat op twee manieren aangepakt. De eerste methode gaat uit van een stelsel met tien miljoen sterren. Dan vertegenwoordigt iedere ster een klomp sterren. De zwarte gaten zijn dan net zo zwaar als de andere objecten. Maar op die manier kan de interactie tussen de zwarte gaten en de sterren niet op de juiste manier meegenomen worden.
Soep
Grafische kaarten
Eigenlijk moet de basis van de simulatie de werkelijke omvang zijn: twee stelsels met een zwart gat erin. Portegies Zwart: ‘Je rekent dan het hele systeem door tot de zwarte gaten op elkaar botsen. Dat is niet zo makkelijk, want alle 100 miljard sterren moet je meenemen. Nieuwe ontwikkelingen in de computerwetenschap maken dit soort berekeningen mogelijk. Dat zijn de algoritmiek en grafische kaarten die ook veel gebruikt worden voor computerspelletjes. Die kaarten zijn erg snel en voor het berekenen van zwaartekracht uitermate geschikt.’
Uitdaging
‘We gaan een parallelle computer bouwen met een heleboel van die grafische kaarten. Daar kan je nog niet helemaal een echt sterrenstelsel mee uitrekenen, want 100 miljard sterren is wel een erg grote uitdaging. Daar is een tweede stap voor nodig: een koppeling van verschillende codes om de bewegingsdynamica van sterren te berekenen. Die koppeling is er, een heel precieze berekening voor sterren in de buurt van een zwart gat en een minder nauwkeurige, maar wel snellere, voor sterren verder weg. Het gaat er voornamelijk om wat de sterren in de buurt van het zwarte gat doen. Wat de uitkomst ook zal zijn, het levert in ieder geval iets op. Botsen de twee zwarte gaten, dan is het probleem opgelost. Botsen ze niet dan is er kennelijk meer aan de hand en moeten we verder zoeken.’