
Voorrang van banken en belastingdienst bij faillissement leidt tot welvaartsverlies
Dat banken en de belastingdienst vanzelfsprekend voorrang hebben als schuldeiser bij faillissementen is achterhaald, concludeert Ruben van Uden, universitair docent en promovendus, in zijn proefschrift. Hij vertelt erover bij BNR: ‘Het is niet meer te rechtvaardigen.’
Al decennia is het zo dat wanneer iemand failliet verklaard wordt, banken en de belastingdienst voorrang krijgen als schuldeiser. De rangorde van schuldeisers gaat eeuwen terug vertelt Van Uden. ‘Zeker de negentiende eeuw heeft een belangrijke stempel gedrukt op de huidige rangorde.’ Volgens hem komt de hoge positie van de belastingdienst hieruit voort. Banken krijgen voorrang omdat dit zorgt voor kredietbeschikbaarheid voor iedereen, wat belangrijk is. Toch vindt de promovendus dit niet het belangrijkste: ‘Die voorrang gaat ten koste van ander schuldeisers. Het is niet meer te rechtvaardigen.’
De voorrang leidt vanuit rechtseconomisch oogpunt vooral tot een daling van de algemene welvaart: ‘Als je naar de huidige faillissementen kijkt, zie je dat we niet verder komen dan de belastingdienst. Daarna is het geld op.’ Om de rangorde aan te passen is er een wetswijziging nodig. Hoewel de promovendus na zijn promotie verbonden zal blijven aan Universiteit Leiden, is hij wel van plan om op de deur te kloppen in Den Haag: ‘Het kan anders.’
Meer weten?
Luister het volledige radio-fragment van BNR (21-11-2024, vanaf 8:19).
Beeld: Melinda Gimpel via Unsplash