Mariëlle Bruning over zeldzame 'uitbuikplaatsing' in Drenthe
Een zwangere vrouw uit Drenthe raakt haar pasgeboren baby direct na de bevalling kwijt. De zuigeling gaat naar een pleeggezin, bepaalde de kinderrechter al tijdens haar zwangerschap. Het risico zou bestaan dat het kindje fysiek wordt verwaarloosd.
De vrouw is bekend bij de kinderbescherming. Ze komt uit een probleemgezin en gaat jong samenwonen. Binnen haar relatie is sprake van huiselijk geweld. Haar eerste kind wordt als zuigeling twee keer opgenomen in het ziekenhuis met ondervoedingsproblemen en overlijdt na acht maanden. Haar tweede kind wordt direct na de geboorte bij een pleeggezin geplaatst en ook haar derde baby is kort na haar geboorte naar een pleeggezin gegaan.
Bij haar vierde zwangerschap bepaalt de rechter dus al voor de geboorte van het kind dat het uit huis geplaatst wordt. Een bijzonder vonnis, zegt hoogleraar Jeugdrecht Mariëlle Bruning in het Dagblad van het Noorden (€). 'Het beëindigen van het ouderlijk gezag is een heel verstrekkende maatregel. Eigenlijk zeg je ermee dat er geen enkele kans is dat dit kind kan opgroeien bij deze ouders. Het wordt zelden opgelegd tijdens de zwangerschap of bij een moeder van wie de baby net geboren is. Ik denk hooguit een paar keer per jaar. In principe wordt het niet gedaan bij een pasgeborene en helemaal niet bij een ongeborene.'
Het gaat volgens Bruning om de zwaarste maatregel die kan worden opgelegd. 'Zeker als het gaat om een pasgeboren baby, moet de beslissing om het kind van de moeder te scheiden aan hele hoge eisen voldoen. Daarom heeft de kinderrechter alle afwegingen heel uitgebreid gemotiveerd en uitgelegd. De beslissing van de rechter heeft onder meer te maken met het feit dat al twee kinderen uit huis zijn geplaatst en de moeder en haar partner volgens deskundigen moeilijk leerbaar blijken en zich niet houden aan afspraken met de hulpverlening. In dit geval lijkt de beslissing van de rechter een legitieme keuze, maar het gaat vanuit de rechten van de ouders heel ver.'