Mariëlle Bruning: verschil gedwongen en vrijwillige jeugdhulp vaak niet duidelijk
Ouders die onterecht beschuldigd zijn van kindermishandeling, zijn niet geholpen door de overheid, terwijl dat wel beloofd was. Bij de vereniging hebben de afgelopen jaren zo'n zeshonderd ouders aangeklopt die ten onrechte een melding van Veilig Thuis aan hun broek kregen.
Dat zegt de Belangenvereniging Intensieve Kindzorg BVIKZ in het NPO Radio 1-programma Reporter. In de uitzending legt hoogleraar Jeugdrecht Mariëlle Bruning uit dat het voor veel ouders, nadat er een melding over het gezin is gedaan, vaak niet duidelijk is wat het verschil is tussen vrijwillige en gedwongen jeugdhulpverlening.
'Er is vrijwillige hulp bij gezinnen, waarbij ouders meewerken en meestal zelf om hulp vragen, en er is gedwongen hulpverlening, dat loopt via de kinderrechter. In Nederland is een tussenvorm ontstaan: een drangkader. Daarin wordt ouders ernstig aangeraden om mee te werken. Doen ze dat niet, dan wordt de Raad voor de Kinderberscherming ingeschakeld en wordt de gang naar de rechter gemaakt.'
Het kader is een manier om een zitting bij de rechter te voorkomen, maar in de praktijk worden er volgens Bruning dwingende afspraken gemaakt. 'In Nederland is in geen enkele wet iets te vinden over dit kader. Dit is in de praktijk ontstaan sinds in 2015 de Jeugdwet in werking is getreden. Er is geen juridische basis voor ouders, dus ze kunnen geen bezwaar maken. Veel ouders denken dat ze mee moeten werken. Je staat als ouder in je recht als je niet meewerkt, maar ouders zijn bang voor de RvdK en dat het kind uit huis wordt geplaatst, dus vaak werken ze toch maar mee.'