Leidse wetenschappers over het uitzetten van uitgeprocedeerde asielkinderen
De kranten stonden vol met nieuws over de Armeense kinderen Lili en Howick. De rechter bepaalde dat zij terug moesten keren naar Armenië en het leek erop dat de uitzetting werkelijkheid werd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid gebruikte echter op het laatste moment zijn discretionaire bevoegdheid: Lili en Howick mogen blijven. Maar hoe rechtvaardig is dat voor al die anderen in een soortgelijke situatie? Marlou Schrover en Leo Lucassen, beiden hoogleraar aan de Universiteit Leiden, spraken hierover met de media.
'Natuurlijk is het niet rechtvaardig ten opzichte van eerdere, vergelijkbare gezinnen die wel zijn uitgezet', zegt Schrover in Trouw, 'Alleen gaat het hier niet enkel om Lili en Howick, maar ook om een discussie over de uitwerking van het kinderpardon.'
Organisaties als Defence for Children zetten vaak het kind op de voorgrond, maar volgens haar zou vaker mogen worden gezegd dat het om een politieke discussie gaat. Ook al zijn het vaak wel de kinderen die het boegbeeld vormen, als andere voorbeelden noemt ze Mauro en het Afghaanse meisje Sahar.
Waar in de afgelopen weken rondom Lili en Howick's zaak werd geopperd dat een snellere asielprocedure het voorval had kunnen voorkomen, wijst Leo Lucassen erop dat Nederland al een van de snelste procedures ter wereld heeft.
'De huidige wetgeving hoeft niet veranderd te worden,' zegt hij in een artikel op NU.nl. 'Het probleem zit hem vooral in het feit dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) te weinig mensen heeft om de asielaanvragen te beoordelen. Hierdoor blijven ze vaak veel te lang op de plank liggen.'
Meer weten?
Lees het volledige artikel met Marlou Schrover op Trouw.nl.
Bekijk het Editie NL-interview met Marlou Schrover op RTL.nl.