Meer per leerling, minder per student
Sinds de jaren vijftig zijn de uitgaven in het lager en hoger onderwijs naar elkaar toe gegroeid. De kosten per leerling in het basisonderwijs stegen, die per student in het wetenschappelijk onderwijs daalden. Een artikel hierover verscheen in de NRC, met het commentaar op de historische ontwikkeling van onderwijsuitgaven van Pieter Slaman, universitair docent en verbonden aan het Dual PhD Centre van Leiden Universiteit.
"Deze dinsdag staken leraren van het basisonderwijs voor hogere lonen en verlichting van de werkdruk. De ruim 700 miljoen die het kabinet extra wil uitgeven aan het basisonderwijs vinden ze niet genoeg.
Volgens onderwijshistoricus Pieter Slaman zijn sinds de jaren zestig bij het basisonderwijs de kosten voor het speciaal onderwijs het sterkst gegroeid – de leerlingen in het reguliere onderwijs merkten daar weinig van. Slaman is universitair docent en onderzoeker aan de Universiteit Leiden. Hij werkt mee aan een bundel over honderd jaar ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die volgend jaar uitkomt.
Nadat in de jaren zestig de laatste babyboomers naar de basisschool waren gegaan, meldden zich agogen, orthopedagogen en onderwijskundigen die zich steeds meer richtten op kinderen die afweken van de geldende norm. „Er ontstonden verzorgingsstructuren. De minister van onderwijs, Jos van Kemenade [PvdA], heeft zich daar in de jaren zeventig hard voor gemaakt”, zegt Slaman.''
Het hele artikel leest u op de website van NRC.