DNA-afname bij kinderen vaak ten ontrechte
Afname van DNA-materiaal is verplicht als het om een strafrechtelijke veroordeling gaat voor een feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan. Zelfs als het een kind betreft dat nog nooit eerder met de politie in aanraking is gekomen en het om een geringe, voorwaardelijke sanctie gaat.
De afgelopen jaren is er verschillende keren op gewezen dat de huidige toepassing van deze maatregel volstrekt voorbijgaat aan de bijzondere positie van minderjarigen in het strafrecht, o.a. door Mariëlle Bruning. Het stigmatiserende effect ervan staat haaks op het streven naar resocialisatie dat kenmerkend is voor het jeugdstrafrecht. De redenering zou hier moeten worden omgekeerd: bij kinderen moet het uitgangspunt zijn ‘geen DNA-afname, tenzij …’.
Lees het volledige artikel in NRC.