Summary

Hoewel de literatuur over de implementatie van AI in de publieke sector breed is en groeit, zijn er toch kritieke hiaten. Een daarvan is het gebrek aan bewijs voor de materiële effecten van werkende AI op overheidsorganisaties, hun personeel en het publiek. Er is ook een sterke tendens in de bestaande literatuur om AI-implementatie in de publieke sector te behandelen als een volledig nieuwe gebeurtenis, losgekoppeld van technische of institutionele randvoorwaarden binnen de overnemende organisatie of haar omgeving (zie voor een uitzondering Giest en Klievink 2022). Een nog groter probleem is het gebrek aan theoretische en empirische studies over AI die zijn gebaseerd op de theoretische kaders van het openbaar bestuur. Tenslotte is er een erkend gebrek aan vergelijkend onderzoek, met de bijbehorende beperkingen voor externe validiteit (Wirtz, Langer en Fenner 2021; Zuiderwijk, Chen en Salem 2021).

Dit project pakt deze hiaten aan door een systematische, generaliseerbare empirische analyse te bieden van zowel de antecedenten als de gevolgen van de implementatie van AI in de publieke sector. Het project zal theorieën over institutionele economie en innovatie in de publieke sector testen en bevorderen door gebruik te maken van een nieuwe en innovatieve combinatie van casussen en methoden, waarbij rijk contextuele en vergelijkende bevindingen worden gegenereerd en internationaal onderzoek op het gebied van openbaar bestuur wordt bevorderd. Het project wordt gemotiveerd door de wens om meer inzicht te krijgen in de verbanden tussen de invoering van AI, de uitoefening van bestuurlijke beslissingsvrijheid en de resultaten voor zowel overheidsbestuurders als de publieke sector.

Meer informatie over het project is te vinden op de Engelstalige pagina.

• besluitvorming
• bestuur en publiek management in azië
• kunstmatige intelligentie
• publiek management