Rapport
Decentralisaties en democratie: de huisarts en kerk als volksvertegenwoordigers
Niet-gekozen vertegenwoordigers zoals huisartsen, ouderenorganisaties en kerken vormen een belangrijk kanaal om in gemeenten de stem te laten horen van burgers die gebruik maken van jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en toeleiding naar werk. Dit concluderen de onderzoekers Hester van de Bovenkamp (Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit Rotterdam) en Hans Vollaard (Instituut Politieke Wetenschap van de Universiteit Leiden) in het rapport ‘Decentralisatie en democratische vertegenwoordiging: Een pilot-onderzoek naar vertegenwoordigingsclaims op het lokale niveau’. Van de Bovenkamp en Vollaard schreven dit rapport in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
- Auteur
- Hester van de Bovenkamp, Hans Vollaard
- Datum
- 14 januari 2016
- Links
- Rapport 'Decentralisatie en democratische vertegenwoordiging'
Dichterbij de burger—dat is het doel van het overhevelen van verantwoordelijkheden in het sociale domein van rijk naar gemeenten. Het achterliggende idee bij de decentralisaties is dat gemeenten beter zouden kunnen inspelen op wat mensen die jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning of toeleiding naar werk nodig hebben. Dan moeten gemeenten wel weten waaraan mensen behoefte hebben. Nu komen bijvoorbeeld lager opgeleiden minder op bij gemeenteraadsverkiezingen. Daardoor kunnen hun voorkeuren ondersneeuwen in de gemeenteraden, terwijl lager opgeleiden andere arbeidsproblemen en ziektebeelden hebben dan hoger opgeleiden. En directe inspraak? Ouders en kinderen schamen zich soms om zomaar in het publiek te vertellen welke psychische zorgen ze hebben. De taal en formele gebruiken in het gemeentehuis vormen ook een drempel voor hen om zichzelf actief te laten horen. Namens hen kunnen echter niet gekozen vertegenwoordigers zoals huisartsen, ouderenorganisaties en kerken, maar ook wmo-adviesraden en directeuren van sociale werkplaatsen hun stem laten horen. Zij hebben immers vaak direct contact met die burgers. Bovendien kunnen gekozen en niet gekozen vertegenwoordiging elkaar versterken door informatie met elkaar te delen en samen op te trekken in pogingen het beleid te beïnvloeden. Op deze manier kan gekozen en niet-gekozen vertegenwoordiging helpen de lokale democratie te versterken.