Oratie
Samenhang in beleid met één eindverantwoordelijke ’SG Rijksdienst'
Prof. dr. Jaap Uijlenbroek pleit voor de komst van een Wet op de infrastructuur van de overheidsbedrijfsvoering en ook voor één eindverantwoordelijke secretaris-generaal voor het Rijk.
- Auteur
- Jaap Uijlenbroek
- Datum
- 13 februari 2015
Vandaag heeft hij zijn oratie ' Arbeidsverhoudingen aan het werk. Grootschaligheid en kleinschaligheid verbinden' uitgesproken voor het aanvaarden van zijn benoeming als bijzonder hoogleraar op de Albeda Leerstoel. Deze leerstoel over ‘Arbeidsverhoudingen in de publieke sector’ is mede mogelijk gemaakt door van het CAOP in Den Haag.
Andere verhoudingen tot de samenleving
De oratie gaat in op het feit dat instituten en systemen, gebouwd op grootschaligheid en efficiëntie onvoldoende inspelen op de maatschappelijke vraag naar maatwerk en kleinschaligheid. Daarom dient volgens Jaap Uijlenbroek de grootschaligheid ruimte te geven aan kleinschaligheid. ‘In toenemende mate is behoefte aan maatwerk, rekening houdend met iemands specifieke situatie en vanuit oprechte betrokkenheid.’ Om dat proces te stimuleren moet de aansturing van de grootschaligheid aangepast worden. De voortgaande schaalvergroting vraagt om een Wet op de infrastructuur van de overheidsorganisatie. Daarnaast is één eindverantwoordelijke secretaris-generaal voor de rijksdienst nodig. ‘De laatste jaren zijn veel stappen gezet om te komen tot één rijksdienst maar de ultieme stap om te komen tot één daarvoor verantwoordelijke ambtenaar is nog niet gezet.’ Juist dat is nodig om ruimte te kunnen bieden voor de kleinschaligheid en het aanpassingsvermogen van de rijksdienst te vergroten. Bij een grotere kleinschaligheid hoort dat ambtenaren meer ruimte krijgen voor maatwerk en dat ze worden opgeleid en begeleid om die verantwoordelijkheid te kunnen dragen.
Ruimte voor het verandervermogen
Een andere werking van de overheid vereist afspraken tussen sociale partners van het Rijk. Omdat in de cao-onderhandelingen het accent ligt op de loonontwikkeling, is er te weinig aandacht voor de kwalitatieve aspecten zoals mobiliteit, opleiding en wijze van reorganiseren. Uit de geschiedenis blijkt dat de ambtenaarlonen de maatschappelijke loonontwikkeling volgen. Het standaard uitkeren van de zogenaamde referentiesystematiek voor lonen verzekert een loonontwikkeling die gelijk is aan de maatschappelijke loonontwikkeling waardoor ruimte ontstaat om de discussie over een groter verandervermogen te voeren.
Albeda Leerstoel
De Stichting Bijzondere Leerstoel ‘Arbeidsverhoudingen in de publieke sector’ wil wetenschappelijke kennis over arbeidsverhoudingen bij de overheid verspreiden en verrijken. Ook stimuleert de leerstoel het openbare debat. De leerstoel is genoemd naar de eerste bestuursvoorzitter prof. dr. W. Albeda, tevens voorzitter van de ‘Commissie Albeda’ die zich boog over de omvorming van het overlegstelsel.