Universiteit Leiden

nl en

Proefschrift

Oprecht geloven in vrijheid

Op 30 november verdedigde Florian Theissen het proefschrift 'Oprecht geloven in vrijheid: Een reconstructie en vergelijking van de interpretatie van de vrijheid van godsdienst en geloofsovertuiging bij het Canadese Hooggerechtshof, het Zuid-Afrikaanse Constitutionele Hof en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens'. Het promotieonderzoek is begeleid door Rick Lawson en Hans-Martien ten Napel.

Auteur
Florian Theissen
Datum
30 november 2023
Links
Oprecht geloven in vrijheid

Het onderzoek behelst een reconstructie en vergelijking van de standard-interpretatie van de vrijheid van godsdienst en geloofsovertuiging door het Canadese Hooggerechtshof, het Zuid Afrikaanse Constitutionele Hof en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Het onderzoek is erin geïnteresseerd hoe interpretatie leidt tot optimale bescherming onder het grondrecht en hoe rechterlijk minimalisme (C.R. Sunstein) hieraan bijdraagt. Hiervoor zijn per hof 15 zaken uitgebreid geanalyseerd. Uit het onderzoek komt naar voren dat  ieder van de hoven zich bij de interpretatie van de vrijheid van godsdienst en geloofsovertuiging  laat leiden door een   aantal principes, die richting geven aan de interpretatie. Die verschillen van elkaar, en zijn gegrondvest in de juridische en politieke context van de drie instrumenten waarin het grondrecht is opgenomen, en die dus door de hoven worden geïnterpreteerd. Bij alle hoven zijn in de geselecteerde zaken elementen van rechterlijk minimalisme te vinden. Waar dit het geval is draagt het bij aan optimale bescherming van de gelovigen. Het Canadese Hooggerechtshof is het meest consistent in zijn interpretatie. Het Zuid-Afrikaanse Constitutionele Hof, wordt gaandeweg (na de democratische grondwet) steeds consistenter en slaagt er het beste in, de partij die de zaak verliest gelijke waardering en respect toe te kennen. Het EHRM is het minst consistent, en trapt het vaakst in de valkuil eigen opvattingen in plaats van de opvattingen van de gelovigen te stellen. Van alle hoven kunnen echter best-practices geleerd worden en de leidende principes hebben genoeg met elkaar gemeen om  judicial borrowing mogelijk te maken. Uit de analyse komt ook na voren dat de bewering die sommigen doen, dat mensenrechten automatisch leiden tot een voorkeur voor seculiere boven religieuze opvattingen en praktijken niet waar is.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.