Proefschrift
Het legaliteitsbeginsel en de doorwerking van Europees recht in het Nederlandse materiële strafrecht
Het recht van de Europese Unie beïnvloedt direct en indirect de reikwijdte van strafrechtelijke aansprakelijkheid in Nederland. Die beïnvloeding heeft betekenis voor het materieelrechtelijk legaliteitsbeginsel.
- Auteur
- Judit Altena
- Datum
- 22 september 2016
- Links
- Leids Repositorium
In dit boek wordt onderzocht hoe het legaliteitsbeginsel invulling krijgt in de context van het meerlagige Europees strafrecht en wat de implicaties van die invulling zijn voor het waarborgen van rechtszekerheid en machtsverdeling. Het boek bevat daartoe een analyse van de jurisprudentie van het Hof van Justitie over de deelnormen van het legaliteitsbeginsel en van de verplichtingen voor de Europese en Nederlandse wetgever en rechter die het Hof van Justitie afleidt uit die deelnormen. In het licht daarvan wordt onderzocht op welke wijze de Nederlandse wetgever en rechter invulling geven aan het legaliteitsbeginsel in het Europees strafrecht.
Uit het onderzoek blijkt dat het Hof van Justitie het waarborgen van het legaliteitsbeginsel prioriteit geeft boven de doorwerking van het Europees recht, en dat het legaliteitsbeginsel in die context een strikte, rechtspositivistische invulling krijgt. Niettemin bestaat in het Europees strafrecht rechtsonzekerheid als gevolg van het gebruik van gelede, complexe en vage normstellingen en het bestaan van inconsistenties tussen Europees en Nederlands recht. De verantwoordelijkheid voor het waarborgen van het legaliteitsbeginsel wordt primair bij nationale actoren gelegd, maar de nationale wetgever en rechter kunnen die rechtsonzekerheid niet geheel voorkomen of wegnemen. Het adequaat waarborgen van het legaliteitsbeginsel in het Europees strafrecht vereist daarom een bijzondere inspanning van alle daarbij betrokken actoren, zowel op Europees als op nationaal niveau.