Universiteit Leiden

nl en

Proefschrift

Het algemene opschortingsrecht

Op 30 mei verdedigde Gert Jan Boeve het proefschrift 'Het algemene opschortingsrecht'. Het promotieonderzoek is begeleid door Bart Krans en Alex Geert Castermans.

Auteur
Gert Jan Boeve
Datum
30 mei 2024
Links
Het algemene opschortingsrecht

Wat een opschortingsrecht is, kan eenvoudig aan de hand van een voorbeeld worden uitgelegd. Veronderstel bijvoorbeeld dat een wielrenner een fietsenmaker opdracht heeft gegeven om zijn racefiets een onderhoudsbeurt te geven. De wielrenner komt zijn racefiets ophalen. Hij betaalt vervolgens de onderhoudskosten niet, maar verlangt wel dat de fietsenmaker zijn racefiets teruggeeft. Het ligt voor de hand dat de fietsenmaker dan niet bereid zal zijn de racefiets terug te geven. Hij stelt de nakoming tot teruggave van de racefiets uit, totdat de onderhoudskosten zijn betaald. Juristen zeggen dan dat de fietsenmaker een opschortingsrecht uitoefent.

Het algemene opschortingsrecht is geregeld in art. 6:52 e.v. BW. Boeve beoogt met zijn proefschrift bij te dragen aan rechtszekerheid over het antwoord op de vraag wanneer dat recht bestaat en mag worden uitgeoefend. Eén van de vereisten daarvoor, tevens het centrale vereiste, is het zogenoemde samenhangcriterium. Het binnen dit criterium doorgaans gemaakte onderscheid tussen een vereiste van ‘voldoende samenhang’ en een vereiste ‘om deze opschorting te rechtvaardigen’ wordt door Boeve bestreden. Hij legt uit dat dit criterium geen beoordelingsmaatstaf of te beoordelen criterium op zichzelf is, maar dat voldoende samenhang tussen de verbintenissen over en weer om opschorting te rechtvaardigen veeleer een conclusie is die volgt op de toepassing van het samenhangcriterium. Tevens werkt Boeve uit dat de uitoefening van het algemene opschortingsrecht onder omstandigheden onaanvaardbaar kan zijn, waarbij het aankomt op een afweging van de bij die uitoefening betrokken belangen. Ook besteedt Boeve aandacht aan processuele aspecten van het algemene opschortingsrecht, waaronder de rechterlijke beslissing op een gevoerd opschortingsverweer. Boeve bespreekt dat een veroordeling tot stapsgewijze nakoming onder omstandigheden beter past bij een door de rechter gehonoreerd opschortingsverweer dan een – doorgaans gegeven – afwijzing van het gevorderde.

Het proefschrift is relevant voor zowel rechtswetenschap als rechtspraktijk. Het geeft inzicht in de achtergronden, fundamenten en doelen van het algemene opschortingsrecht, alsook de rechtsgevolgen en beëindigingsgronden daarvan. Boeve maakt zijn bevindingen concreet aan de hand van vele voorbeelden uit vooral rechtspraak. Het proefschrift biedt daarmee tevens handvatten voor de toepassing van het algemene opschortingsrecht en het geven van een gemotiveerde beslissing op een opschortingsverweer.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.