Universiteit Leiden

nl en

Lezing

‘Double indemnity’: beperkte aansprakelijkheid en beperkte bestuurdersaansprakelijkheid

Op donderdag 8 november 2018 ontving het Hazelhoff Centre for Financial Law voor de achttiende Hazelhoff Guest Lecture Joeri Vananroye, hoogleraar ondernemingsrecht en economische analyse van het recht aan de KU Leuven en TPR Wisselleerstoelhouder aan de Universiteit Leiden.

Auteur
Prof. Joeri Vananroye
Datum
08 november 2018

Een ‘cap’ op bestuurdersaansprakelijkheid

Het nieuwe wetsontwerp van het Belgische Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (VV) vormde de aanleiding voor deze lezing. Een opvallende noviteit daarin is de kwantitatieve beperking van bestuurdersaansprakelijkheid middels een ‘cap’. Het maximale bedrag waarvoor het bestuur aansprakelijk gesteld kan worden is afhankelijk van de balanswaarde en de omzet van de onderneming en varieert van € 250.000 tot € 12 miljoen. Joeri Vananroye is nader ingegaan op deze ‘cap’ en heeft daar kritische kanttekeningen bij geplaatst.

Aansprakelijkheidsbeperking aandeelhouders

Joeri Vananroye ging allereerst in op de ratio achter de in veel rechtsstelsels gebruikelijke  aansprakelijkheidsbeperking voor aandeelhouders. Aandeelhouders zijn doorgaans slechts aansprakelijk voor het bedrag dat zij in hun aandelen hebben geïnvesteerd. Voor (onrechtmatige) handelingen van de vennootschap kunnen de aandeelhouders in beginsel dan ook niet aansprakelijk worden gesteld. Deze aansprakelijkheidsbeperking stimuleert beleggingen. En omdat aandeelhouders zich niet genoodzaakt hoeven zien het bestuur continu te monitoren, stimuleert een aansprakelijkheidsbeperking beleggers bovendien aandelen te nemen in meerdere ondernemingen. 

De aandeelhouder verkeert hiermee in een voordelige positie. Hij deelt in de winst, maar loopt geen persoonlijk risico. Het gevolg is dat de aandeelhouder in beginsel niet risicoavers is, ook niet als het slechter gaat met een onderneming. Hij heeft immers alles te winnen en niets te verliezen. Dat is direct het nadeel van beperkte aansprakelijkheid: moral hazard. Iemand die weet dat zijn aansprakelijkheid beperkt is zal bereid zijn meer risico’s te nemen, met een vergrote kans op schade, ook aan anderen.

Het nut van bestuurdersaansprakelijkheid

Het gevolg van de beperkte aansprakelijkheid van aandeelhouders is dat de crediteuren aan het kortste eind trekken. Maar omdat beperkte aansprakelijkheid slechts een default rule is, is het mogelijk daarvan af te wijken. Die mogelijkheid bestaat echter alleen voor vrijwillige crediteuren en niet voor onvrijwillige crediteuren, zoals slachtoffers van een onrechtmatige daad.

Om de invloed van de aandeelhouder te temperen en zo de (onvrijwillige) crediteuren beter te beschermen, is het belangrijk dat de bestuurder de juiste prikkels krijgt om zich onafhankelijk op te stellen ten aanzien van aandeelhouders. Volgens Vananroye is één van deze prikkels de bestuurdersaansprakelijkheid. Hierdoor loopt de bestuurder het risico aansprakelijk te worden gesteld wanneer hij zijn taak niet naar behoren heeft vervuld en derden als gevolg schade hebben geleden. Het is aan de bestuurder om de belangen van crediteuren in aanmerking te nemen en geen onverantwoorde risico’s te nemen die hen kan duperen. Ook uit de praktijk blijkt dat preventieve effect en dat de mogelijke aansprakelijkheid van overwegende invloed is op de besluitvorming door bestuurders.

Inzoomen op de ‘cap’

Na het schetsen van deze context, is ingezoomd op de voorgestelde ‘cap’. De cap geldt voor een bepaald feit of complex van feiten. Ongeacht hoeveel mensen zijn geraakt of de hoeveelheid schade die is geleden kunnen gedupeerden slechts verhaal zoeken bij de bestuurders tot het maximum van de cap. First come, first serve; als de cap eenmaal bereikt is, blijven andere gedupeerden met lege handen achter. Stel dat door de onderneming een milieuramp wordt veroorzaakt met een grote hoeveelheid benadeelden en enorme schadebedragen, ook dan blijft het maximale bedrag dat kan worden verhaald op de bestuurders beperkt tot de cap. Ook de ernst van de handeling is in beginsel niet relevant voor toepassing van de cap. Alleen fraude is uitgezonderd. Daarnaast geldt de cap voor het gehele bestuur, met als gevolg dat als één bestuurder reeds het maximumbedrag heeft betaald, de andere niet meer hoeven te betalen. Een vraag die de wetswijziging oproept is in hoeverre de wet effect heeft buiten de Belgische grenzen. Zal de cap ook toepassing vinden als Belgische bestuurders schade veroorzaken buiten de landsgrenzen? Vananroye sluit niet uit dat buitenlandse rechters de cap buiten beschouwing zullen laten voor onrechtmatig handelen en/of schade die niets van doen heeft met Belgisch vennootschapsrecht.

Race to the top of race to the bottom?

Vananroye is kritisch op dit aspect van het wetsvoorstel. Het beperken van de aansprakelijkheid van bestuurders kan leiden tot moral hazard: de bestuurder die weet dat zijn aansprakelijkheid beperkt is, zal over het algemeen bereid zijn meer risico’s te nemen. Het preventieve effect van bestuurdersaansprakelijkheid om wanbestuur te voorkomen wordt ondermijnd. Hiervan zullen vooral de minder machtige vrijwillige en de onvrijwillige crediteuren de dupe zijn. In tegenstelling tot grote vrijwillige crediteuren zoals banken zullen zij niet de mogelijkheid hebben bij overeenkomst af te wijken van de aansprakelijkheidsbeperking. Daarnaast ziet hij het wetsvoorstel als op meerdere wijzen discriminerend: tussen crediteuren, tussen de bestuurders onderling en tussen bestuurders onder Belgisch en ander recht.

Op dit moment heeft de cap nog slechts de status van voorstel. Joeri Vananroye hoopt in ieder geval dat de voorgestelde aansprakelijkheidsbeperking het niet zal halen. Hij ziet het vooral als voorbeeld van een race to the bottom van wetgeving om buitenlandse vennootschappen naar België te trekken.  Zijn advies aan de Nederlandse wetgever: don’t try this at home.  

 

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.