Proefschrift
Artikel 2:11 BW: doorgeefluik van bestuurdersaansprakelijkheid
Op dinsdag 27 juni 2017 verdedigde Camiel E.J.M. Hanegraaf zijn proefschrift “Artikel 2:11 BW: doorgeefluik van bestuurdersaansprakelijkheid. Hoe diep kan een bestuurder vallen?”. Promotor is prof. mr. S.M. Bartman.
- Auteur
- Camiel Hanegraaf
- Datum
- 27 juni 2017
- Links
- Nieuwsbericht promotie Camiel Hanegraaf
- Leids Repositorium
Een rechtspersoon kan optreden als bestuurder van een andere rechtspersoon. Zeker in concerns vervult een dergelijke “rechtspersoon-bestuurder” vaak een nuttige functie. Het is echter van groot maatschappelijk belang dat misbruik van rechtspersonen wordt bestreden. Het in dit onderzoek centraal staande wetsartikel (artikel 2:11 Burgerlijk Wetboek) speelt bij de aanpak van dat misbruik een belangrijke rol. Dit wetsartikel brengt mee dat men aansprakelijkheid als bestuurder van een rechtspersoon niet uit de weg kan gaan door simpelweg een rechtspersoon-bestuurder “tussen te schakelen”. Op enkele onderdelen kan de slagkracht van artikel 2:11 Burgerlijk Wetboek vergroot worden. Om te voorkomen dat bepaalde (feitelijk) bestuurders aan aansprakelijkheid ontkomen, bepleit ik dat in de wet wordt opgenomen dat aandeelhouders met een bepaald minimumbelang in een failliete vennootschap geacht worden het beleid van die failliete vennootschap te hebben bepaald. Zij zijn dan in beginsel medeaansprakelijk voor het faillissementstekort, tenzij deze aandeelhouders aannemelijk maken bij het betreffende faillissement geen kwalijke rol te hebben gespeeld. Een andere situatie waarop ik inga, is die waarin een buitenlandse rechtspersoon optreedt als bestuurder van een Nederlandse rechtspersoon. Die buitenlandse rechtspersoon kan vaak niet aansprakelijk worden gehouden, terwijl een Nederlandse rechtspersoon die optreedt als bestuurder in verder gelijkblijvende omstandigheden wél aansprakelijk kan zijn. Om dat onderscheid zoveel mogelijk weg te nemen, stel ik voor dat indien een buitenlandse rechtspersoon bestuurder wil zijn van een Nederlandse rechtspersoon een vaste vertegenwoordiger benoemd dient te worden. Die vaste vertegenwoordiger is dan - kort gezegd - aansprakelijk voor het gedrag van de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder.