Proefschrift
‘Mensenrechten’ voor bedrijven die oneerlijke prijsafspraken maken?
Het mededingingsrecht zorgt ervoor dat bedrijven op een eerlijke wijze concurreren. De Nederlandse Autoriteit Consument & Markt (ACM) handhaaft het mededingingsrecht in Nederland en kan bedrijven die oneerlijk concurreren bestraffende en herstellende maatregelen opleggen. Deze bedrijven hebben, wanneer de ACM hen sanctioneert voor oneerlijke prijsafspraken, bepaalde ‘mensenrechten’. Het recht dat in dit onderzoek centraal staat is het recht op een eerlijk proces.
- Auteur
- Elsbeth Beumer
- Datum
- 04 oktober 2016
- Links
- Het Leids Repositorium
Mededingingsschendingen, zoals prijs- of marktverdelingsafspraken, zijn schadelijk voor de samenleving. Een prijsafspraak tussen bijvoorbeeld concurrerende bierproducenten kan tot gevolg hebben dat de consument een hogere prijs voor een biertje betaalt, dan wanneer deze prijsafspraak niet was gemaakt. Het is daarom van belang dat mededingingsautoriteiten, zoals de ACM in Nederland en de Europese Commissie in Europa, het mededingingsrecht met tal van sanctie-instrumenten handhaaft. Publieke handhaving kan via verschillende procedures, zoals de toezeggingsprocedure, waarbij een onderneming kan toezeggen niet langer actief te zijn op een bepaalde markt; de clementieprocedure, waarbij een bedrijf haar deelname aan een kartel kan opbiechten in ruil voor boetekorting of boetevrijstelling; of de bestuurlijke boeteprocedure, waarbij bedrijven die oneerlijk concurreren hoge boetes opgelegd kunnen krijgen. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg heeft bepaald dat het opleggen van een dergelijke boete gelijkgesteld moet worden met een strafrechtelijke vervolging. Dit betekent dat de strafrechtelijke tak van het recht op een eerlijk proces ook van toepassing is op de bestuurlijke handhavingsprocedure van toezichthouder ACM. Dit onderzoek behandelt de vraag in hoeverre bedrijven ook daadwerkelijk een recht op een eerlijk proces toekomt?
Onder het recht op een eerlijk proces vallen verschillende (deel)rechten, zoals het recht op een hoorzitting of het ondervragen van getuigen. In dit onderzoek worden de verschillende publieke handhavingsprocedures van het mededingingsrecht bestudeerd en getoetst aan fundamentele procesrechten die zijn neergelegd in artikel 6 EVRM en het Europees recht. Deze analyse toont de spanning die bestaat tussen de bescherming van het eerlijk proces enerzijds en de effectiviteit van de handhaving van het mededingingsrecht anderzijds. Het onderzoek doet daarom verschillende aanbevelingen die gericht zijn op het wegnemen van deze spanning. Uitgangspunt van deze aanbevelingen is dat sprake moet zijn van het recht op een eerlijk besluitvormingsproces. Vanuit dit uitgangspunt zijn in het proefschrift specifieke aanbevelingen geformuleerd die zijn gericht op het procedureel verstevigen van het bestuurlijke besluitvormingsproces (bijvoorbeeld door het bieden van een mogelijkheid om getuigen te ondervragen) en op het bieden van een adequate rechterlijke toetsing.
Elsbeth Beumer heeft dit onderzoek verricht als promovenda bij het Europa Instituut van de Universiteit Leiden. Haar onderzoek valt onder het profileringsgebied Interaction between legal systems. Momenteel is zij als senior toezichthouder werkzaam bij de ACM.