Universiteit Leiden

nl en

Proefschrift

Rurale gemeenschappen in de civitas Cananefatium 50-300 na Christus

Deze dissertatie onderzoekt de rurale gemeenschappen van de Cananefaten in de periode van 50 tot 300 na Christus.

Auteur
Jasper de Bruin
Datum
21 november 2017

Een diverse achtergrond

De civitas Cananefatium was het thuisland van de Cananefates, een rurale gemeenschap die tussen 50 en 300 na Christus in het (continentaal gezien) meest noordwestelijke deel van het Romeinse Rijk woonde. De in dit gebied verzamelde archeologische gegevens zijn gebruikt om te onderzoeken hoe de identiteit van deze gemeenschap werd gevormd, hoe deze in de loop van de tijd veranderde en welke rol de Romeinse staat speelde in het proces van identiteitsvorming van de Cananefates. Op basis van het archeologisch materiaal werd de civitas Cananefatium tussen 50 en 100 na Christus bevolkt door immigrantengroepen, terwijl de vroegste Romeinse forten langs de Rijn in 39/40 na Christus werden aangelegd. Blijkbaar vestigden de immigranten zich tegelijkertijd met of met toestemming van het Romeinse leger in het gebied. De verspreiding van bepaalde materiaalcategorieën suggereert dat deze immigrantengroepen een diverse achtergrond hadden, hoewel ze voornamelijk afkomstig zijn uit het West-Nederlandse kustgebied, met een focus op het gebied ten noorden van de Rijn.

Uniforme materiële cultuur

Al snel na het stichten van de eerste nederzettingen, ontwikkelt zich een uniforme materiële cultuur. Dit kan gezien worden als de archeologische neerslag van een set symbolen, die de Cananefatiaanse gemeenschap gebruikte om hun groepsidentiteit vorm te geven. De reden voor het ontstaan van deze eenvormige gemeenschap kan liggen in het feit dat door de aanwezigheid van een andere, externe en dominante factor (het Romeinse leger), de articulatie van de eigen, communale groepsidentiteit noodzakelijk werd geacht. Rond het midden van de tweede eeuw investeerde de Romeinse overheid in het gebied. Deze maatregelen vinden plaats in het kader van een bestuurlijke reorganisatie en een (bewuste?) poging tot verdere integratie van de rurale gemeenschappen in het Romeinse rijk en leiden tot significante veranderingen op het platteland. De korte periode waarin deze veranderingen plaatsvinden en het feit dat ze voorkomen op alle landelijke nederzettingen in het gebied, wijst naar een sterk verbonden gemeenschap. Dus, in de communale reactie op deze veranderingen, blijft de gemeenschap van de Cananefates duidelijk herkenbaar. Vanaf het begin van de derde eeuw zijn er aanwijzingen voor een toenemende emancipatie van de rurale gemeenschappen, waarbij een identiteit ontstaat die de civitas Cananefatium overstijgt. Toch worden in 250 na Christus de mijlpalen van Den Haag en Rijswijk opgericht in naam van de Cananefates. Deze mijlpalen geven aan dat binnen de grotere, provinciale identiteit ook de articulatie van de lokale, Cananefaatse identiteit nog steeds belangrijk was.

'Marginale grensgebieden'

Opmerkelijk genoeg konden bestaande wetenschappelijke modellen die werden gebruikt om plattelandsgemeenschappen langs de grenzen van Rome te bestuderen, niet worden toegepast op de Cananefaatse casestudy. Dit geldt vermoedelijk ook voor andere grensregio’s van het Romeinse rijk: zij volgden alle een eigen ontwikkeling en moeten daarom individueel worden bestudeerd. Bovendien kan onderzoek naar deze 'marginale grensgebieden', gebaseerd op zorgvuldig verzamelde archeologische gegevens, uiteindelijk de bouwstenen bieden om daadwerkelijk het functioneren van de Romeinse samenleving in deze grensgebieden te begrijpen.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.