Het gezicht van verzoening
Nelson Mandela, eredoctor van deze universiteit, was een van de markantste politici van de late 20e-eeuw. Hij overleed op 5 december 2013. Robert Ross, Leids hoogleraar Afrikaanse geschiedenis, analyseert hoe Mandela gevormd is in zijn ideeën.
Geen chaos
Mandela bezat in ruime mate de vaardigheden die een politicus nodig heeft. Hij had charme en wist zich te presenteren, ook al was hij geen vloeiend spreker bij publieke optredens. Dit alles ging gepaard met grote successen. Hij heeft waarschijnlijk een groter aandeel dan ieder ander gehad in het teweegbrengen van de relatief vreedzame politieke overgang in Zuid-Afrika aan het einde van het apartheidstijdperk. Veel mensen waren bang dat er politiek geweld en economische chaos in het land zou ontstaan als er een einde zou komen aan de heerschappij van de blanken. Dit gebeurde niet, en hoewel velen hierin een belangrijke rol speelden, was het Mandela die tijdens de gecompliceerde onderhandelingen en daarna het gezicht van verzoening was, zeker toen hij eenmaal president was. Hij was in staat om een sfeer van vertrouwen te creëren die het mogelijk maakte een nieuwe regeringsstructuur uit te werken en nieuwe manieren te vinden om de economie te leiden.
Zuid-Afrikaanse wonder
Mandela’s leven valt uiteen in drie perioden. Vóór 1963 was hij een felle revolutionaire politicus, misschien niet met de zwaarte die hij later bereikte. De periode 1963 tot 1999 bracht hij in de gevangenis door, aanvankelijk op Robbeneiland. Mandela’s ideeën werden aangescherpt door de onophoudelijke debatten in de gevangenis en door het intense, en steeds persoonlijker contact met blanke bewaarders. Er is veel geschreven over het feit dat deze ervaring hem niet bitter heeft gemaakt, maar hem juist de innerlijke overtuiging gaf die nodig was om een relatief soepele machtsovergang te bereiken. Dit maakt deel uit van het discours over het ‘Zuid-Afrikaanse wonder’.
Hof van de koning
Maar deze mentale instelling is waarschijnlijk ontstaan door twee aspecten die hem hebben gevormd in de periode voordat hij naar Robbeneiland werd verbannen. Ten eerste was daar zijn opvoeding in Transkei, als afstammeling van de koninklijke Thembu-stam. Hij bracht een groot deel van zijn jeugd door aan het hof van de koning van deze stam en observeerde hoe het recht werd toegepast in een gewoonterechtssysteem dat toen functioneerde. De rechtbanken van de Thembu leggen de nadruk op het bereiken van een politiek akkoord in geschillen om de eenheid van de stam niet in gevaar te brengen. Het was een les die voor heel het land kon gaan gelden.
Rechtscontinuïteit
Ten tweede was Mandela door opleiding en ervaring een advocaat geworden binnen het westerse systeem van de Zuid-Afrikaanse natie. Zijn voornaamste werk was om mensen te verdedigen die in conflict waren gekomen met het apartheidssysteem of met hun werkgevers. Hieruit kwam een absolute aanname voort dat rechtscontinuïteit en burgervrijheden behouden of hersteld moesten worden, hoe ingrijpend de politieke veranderingen ook zouden zijn.
Vrijheidsicoon
Mandela was een man met een helder besef hoe belangrijk zijn rol was en was in het geheel niet bescheiden, ook niet vals bescheiden. Hij was ook een van de weinige mensen bij wie deze houding gerechtvaardigd lijkt. Het is zeldzaam dat de Universiteit Leiden een eredoctoraat toekent aan iemand die als student door zijn eigen universiteit is weggestuurd. Mandela werd geëerd als vrijheidsicoon en voor het bevorderen van het doel achter het motto van de Universiteit Leiden: praesidium libertatis. Het was een grotere eer voor de universiteit dan voor de nieuwe doctor.
Robert Ross is hoogleraar Afrikaanse geschiedenis van de Universiteit Leiden.
(6 december 2013)