Universiteit Leiden

nl en

Tibetaan ontrafelt mythe over stichter religie

Kalsang Gurung is de eerste Tibetaan die in Leiden promoveert. Hij deed onderzoek naar de verhalen over Shenrab Miwo, de stichter van de religie bön. Gurung toont aan dat deze verhalen geen historische werkelijkheid weerspiegelen. Promotie op 31 mei.

Hagiografische vertellingen

Kalsang Gurung
Kalsang Gurung

Gurung behoort zelf tot de bönpo’s, een religieuze minderheid in Tibet die claimt dat hun stichter ongeveer zestien millennia voor Christus is geboren. De vroegste tekstuele aanwijzingen hiervoor dateren uit de tiende en elfde eeuw na Christus, dus zo’n zeventienduizend jaar later. In die periode kwamen verschillende rivaliserende boeddhistische sekten op, en ontwikkelden de bönpo’s in dialoog hiermee hagiografische vertellingen over de stichter van hun religie. Later zijn deze vertellingen opgevat als authentieke bronnen voor de geschiedenis van bön, die zouden aantonen dat hun religie veel ouder is dan het boeddhisme.

Complexe samenvoegingen

Gurung heeft onderzocht of deze claim terecht is. Hij concludeert dat de verhalen over Shenrab Miwo het resultaat zijn van een complexe samenvoeging van verschillende vertellingen die gebaseerd zijn op legendes over het leven van Boeddha.

Gemengde gevoelens

Deze boodschap is in Gurungs eigen gemeenschap met gemengde gevoelens ontvangen, zegt hij. ‘Sommige bönpo’s geloven nog steeds dat de bön ouder is dan het vroege boeddhisme, en dat Shenrab Miwo lang vóór Shakamuni Boeddha is geboren. Zelf heb ik er geen problemen mee dat Shenrab Miwo een mythische figuur is, en dat de bönreligie wortelt in het Indiase boeddhisme.’

Outcasts

Gurung is zelf ook bönpo. Hier zien we hem (links) samen met zijn vader in de familietempel. Foto: Henk Blezer.
Gurung is zelf ook bönpo. Hier zien we hem (links) samen met zijn vader in de familietempel. Foto: Henk Blezer.

Voor bönpo’s is het belangrijk dat hun geloof ouder is dan het boeddhisme. Gurung legt uit waarom: ‘Rond de tiende eeuw na Christus werden de bönpo’s door de Tibetaanse boeddhisten gemarginaliseerd als outcasts. Ik hoor dat dit nog steeds gebeurt in bepaalde gebieden in Tibet. Deze claim versterkte de authenticiteit van de bön en de identiteit van de bönpo’s, en hielp hen bij het streven naar religieuze vrijheid. Voor de huidige bönpo’s is het moeilijk niet te geloven in de verhalen die hun meesters in het verleden hebben verteld of opgeschreven. Het respecteren van deze verhalen is voor hen belangrijker dan vragen naar de juistheid ervan.’

Eigen elementen

Hoe hebben de bönpo’s zich de boeddhistische legenden toegeëigend? Gurung: ‘Ik denk dat je moet spreken over de transformatie van verhalen, die verschillende generaties in beslag heeft genomen. Verschillende tekstvergelijkingen laten zien dat de bönpo’s hun eigen elementen aan boeddhistische legenden hebben toegevoegd. Soms ook wisten ze misschien ook niet dat het levensverhaal dat ze over Shenrab Miwo vertelden, de legende van Boeddha’s leven was.’

Afgeleid maar onafhankelijk

De stelling dat de bön een afgeleide religieuze traditie is zonder eigen wortels, vindt Gurung te kort door de bocht: ‘De Yungdrung bön, zoals we de bön nu noemen, is afgeleid van het boeddhisme. Maar het heeft zoals alle andere Tibetaanse boeddhistische sekten een onafhankelijke status en identiteit. Dat de bön – net zoals andere boeddhistische sekten – deels wortelt in het Indiase boeddhisme, doet daar niets aan af.’

(27 mei 2011 - Malou van Hintum)

 

Promotie

Dinsdag 31 mei 2011, 16.15 uur 
Academiegebouw, Rapenburg 73
Titel: The Emergence of a Myth
Faculteit der Geesteswetenschappen 
Promotor: prof.dr. A. Lubotsky
Copromotor: dr. H.W.A. Blezer

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.