Uitstervende talen bewaren
Op 8 en 9 april vindt in Leiden een grote, internationale NWO-conferentie plaats over bedreigde talen. Het Leiden University Centre for Linguistics, dat een belangrijke rol speelt bij het beschrijven en documenteren van dergelijke talen, treedt op als gastheer. Een van de key note speakers is de Leidse taalkundige prof.dr. Willem Adelaar. ‘Pakken we het wel zo handig aan?’
Leren van uitstervende talen
NWO, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, is medefinancier van het project
Endangered Languages Programme in het kader waarvan in hoog tempo bedreigde talen worden opgespoord en onder de loep genomen. Dit om er zoveel mogelijk van te leren.
Met grote snelheid verdwijnen er talen. De verwachting is dat de helft van de 6000 talen die momenteel worden gesproken op termijn verdwijnt. Van sommige zijn nog maar enkele sprekers over.
Uitdagingen
Een van de twee keynote speakers is de Australische taalkundige Nicholas Evans. Hij is verbonden aan het ANU College of Asia and the Pacific van de Australian National University. Hij doet uit de doeken was de uitdagingen van de 21 ste eeuw zijn op het gebied van taaldiversiteit. Evans specialiciteit zijn de talen van de aboriginals. Eind 18e eeuw waren er tussen de 350 en 750 sociale groepen onder de aboriginals die allemaal hun eigen taal of dialect spraken. Aan het begin van de 21 ste eeuw waren er minder dan 150 over; de verwachting is dat er ongeveer 20 zullen overleven.
Te rigide
De andere is taalkundige prof.dr. Willem Adelaar. Hij richt zich op de Amerindische, dat wil zeggen de talen van de oorspronkelijke bewoners van Noord- en Zuid-Amerika. ‘Mijn lezing gaat over de geschiktheid van de formule die we hiervoor in Nederland gebruiken, namelijk die van het vierjarige promotietraject. Mijn indruk is dat dat in een aantal gevallen te rigide is. Vier jaar is soms te lang, soms te kort. Daarbij wisselen de proefschriften nogal in kwaliteit.’
(7 april 2011/Barry van der Meer)