Jan Decleir leert Oudengels van Leidse prof
Bonifatius, op 5 juni 754 bij Dokkum vermoord, kwam uit Zuid-Engeland. Zijn taal was Oudengels en Jan Decleir die zijn rol op het witte doek vertolkt, spreekt dat ook. Prof.dr. Rolf Bremmer verzorgde de Oudengelse en Oudfriese teksten voor De Schaduw van Bonifatius.
Scenario
Bremmer – universitair hoofddocent Engelse Filologie en bijzonder hoogleraar Fries – is dé persoon om dat te vragen: 'September vorig jaar kreeg ik het verzoek van Olga Ponjee of ik haar scenario wilde doorlezen. En of ik ook kansen zag, om hier en daar een authentiek talig tintje aan te brengen. Het scenario was niet lang en de dialogen kort, dus ik zag er wel wat in. Na wat overleg, heb ik alle teksten van Bonifatius in het Oudengels vertaald, terwijl ik de dialogen van zijn leerling Gregorius en hun Friese tegenspelers in het Oudfries heb omgezet. En passant heb ik Bonifatius ook nog wat Latijnse psalmregels in de mond gelegd.’
Volkstaal
Een van de verplichte vakken in het eerste jaar bij de studie Engels is Introduction to Old English. Bremmer: ‘Oudengels is – de term zegt het al – de oudste vorm van het Engels. Het werd gesproken en geschreven tussen 700 en 1100. Anders dan op het Europese vasteland werd de Engelse volkstaal in die tijd volop gebruikt voor allerlei doeleinden. Dat varieerde van wetten en medische verhandelingen tot preken en heldenliederen. Alleen, die taal is niet meteen toegankelijk voor ons. In de loop van de geschiedenis is het Engels zo drastisch veranderd dat wie Oudengels wil leren zich een nieuwe taal moet eigen maken.’
Grammatica
Het Oudengels heeft net als het moderne Duits onder meer drie geslachten en vier naamvallen. ‘Voordat je aan het lezen van die prachtige teksten kunt beginnen, moet je je als student eerst een behoorlijke portie grammatica hebben eigengemaakt’, vertelt Bremmer. ‘Dus op de veelgestelde vraag “Waar is dat nou voor nodig, zo’n oude taal leren?” is het antwoord simpel: omdat je alleen dan die prachtige verhalen kunt begrijpen en waarderen.’
Tolkien
‘Voor liefhebbers van Tolkien – en die zijn er elk jaar weer onder de eerstejaars – valt het belang van Oudengels snel duidelijk te maken’, aldus Bremmer. ‘Tolkien haalde een groot deel van zijn inspiratie voor The Lord of the Rings uit de Oudengelse taal en literatuur. En wie naar de jongste verfilming van het Beowulf-epos uit 2007 is geweest, heeft het monster Grendel Oudengels horen spreken.’
Eindexamenfestival
Aan deze films kan een nieuwe worden toegevoegd, want 29 juni gaat in Amsterdam De Schaduw van Bonifatius in première op het eindexamenfestival van de Nederlandse Film en Televisie Academie. De film behandelt een belangrijk moment uit de vaderlandse geschiedenis, namelijk de confrontatie tussen het Christendom en de heidense Friezen. In de film wordt de schaduw van de botsing, die uitloopt op het omhakken van een heilige eik, vooral door een gesprek tussen Bonifatius’ leerling Gregorius en een jonge Friese bosnimf verbeeld. Voor het eerst is in Nederland gebruikgemaakt van hetzelfde productieproces als bij de verfilming van The Lord of the Rings en Pirates of the Caribean, waarbij bijna alle creativiteit in de preproductie gaat zitten.
Springlevend
Omdat Oudengels en Oudfries dode talen zijn, moest er wel wat geregeld worden. Bremmer: ‘De producer Mels Kroon is met geluidapparatuur naar mijn kamer gekomen om me alle Latijnse, Oudengelse en Oudfriese teksten in te laten spreken. Daarmee gingen de acteurs aan de slag. In januari kwamen de hoofdrolspelers naar Leiden om nog een keer intensief onder leiding van regisseur Thijs Schreuder met mij te oefenen. Fantastisch, om zo’n groot acteur als Jan Decleir de Oudengelse teksten van Bonifatius aan te mogen leren. Ineens worden die dode talen springlevend.’
De film is te zien tijdens het Nederlands Film Festival in Utrecht in september en oktober en wordt dan uitgezonden door de AVRO.
(22 juni 2010/SH)