
Martijn Kitzen benoemd tot bijzonder hoogleraar Krijgswetenschappen: ‘Het wordt tijd om als Europa een vuist te maken’
Interview
Martijn Kitzen, die jarenlang ervaring heeft als oud-militair met meerdere uitzendingen en als hoogleraar bij de Nederlandse Defensieacademie (NLDA), is per 1 januari namens de Koninklijke Vereniging ter Beoefening van de Krijgswetenschap (KVBK) benoemd tot bijzonder hoogleraar Krijgswetenschappen bij het Instituut of Security and Global Affairs.
Welkom terug bij je Alma Mater! Wat is je achtergrond?
‘Ik ben ooit begonnen op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) en ben officier geworden’, begint Kitzen. ‘De dag dat ik mijn officiersbul kreeg, ben ik direct begonnen met een studie Politicologie in Leiden. Omdat ik meer wilde begrijpen van de wereld waarin ik mij begaf en waarin ik zou gaan optreden, wilde ik me verdiepen in internationale betrekkingen en politieke besluitvorming.’
‘En dat was best wel pittig, want ik was in eerste plaats officier bij de landmacht. Tijdens mijn studie werd ik dan ook uitgezonden. Toen bestond er nog niet zoiets als deeltijd studeren. Ik werd in 2000 tijdens mijn studie Politicologie uitgezonden naar Cyprus voor de VN-missie UNFICYP. Bij deze klassieke peacekeeping-missie gaf ik leiding aan een internationale groep militairen, al met al een heel goede leerschool.’
Over Martijn Kitzen
Martijn Kitzen was onder andere werkzaam als visiting fellow bij de University of Oxford en betrokken bij evaluaties van de Nederlandse bijdrages aan missies in Afghanistan en Mali . Hij promoveerde in 2016 aan de Universiteit van Amsterdam met een historisch proefschrift over samenwerking tussen militairen en lokale bevolking in conflictgebieden.
Daarnaast publiceerde hij diverse boeken, waaronder Oorlog onder de mensen in 2016. Zijn meest recente boek: Into the Void Special Operations Forces after the War on Terror. In April 2025 verschijnt er een nieuw boek in samenwerking met Tim Sweijs (directeur onderzoek HCSS) over de oorlog van morgen. Hierin bespreken ze het karakter van toekomstige conflicten en analyseren ze hoe Nederland zich daarop kan voorbereiden.
Momenteel is Kitzen ook hoogleraar Irregular Warfare & Special Operations bij de Nederlandse Defensieacademie in Breda. Vanaf 1 januari is zijn leerstoel ingesteld door de KVBK bij het Instituut Security and Global Affairs (ISGA).
Wat was je motivatie om bijzonder hoogleraar te worden?
‘Voor mijn promotieonderzoek ging ik veldonderzoek doen in Afghanistan. Om dat te kunnen doen, ben ik tijdelijk weer militair geworden. Daardoor kon ik ook de commandant van de Nederlandse missie adviseren. Dat was een mooie periode waarin ik echt heb gemerkt hoe je met wetenschap een bijdrage kunt leveren aan militaire operatie ter plekke door de inzichten die je opdoet en deelt. Als je je de hele dag verdiept in je onderzoek, worden bepaalde inzichten vanzelfsprekend. Iemand die dagelijks bezig is met operaties, bevindt zich in een heel andere werkelijkheid. Met wetenschappelijke inzichten die je deelt, kun je iemand die vol in operaties zit uit de waan van de dag halen en zeggen: ‘Hé, heb je hier al eens aan gedacht? En daar kregen we heel mooie oplossingen door’.
‘Hoe kun je met wetenschap een beter begrip krijgen van militaire operaties?'
'Ik bedacht een systeem waardoor Nederlandse militairen in Afghanistan de bevolking op een eenduidigere manier konden benaderen en meer samenwerken met lokale leiders. Dit leidde ertoe dat deze militairen een betere informatiepositie kregen door de samenwerking met de lokale bevolking. Verder kon er een betere inschatting gemaakt worden of de Taliban ergens het probleem was of dat er een lokale strijd waren tussen verschillende stammen. Deze ervaring was de grondslag voor verder onderzoek.’
Lezing
Op 20 maart geeft Martijn Kitzen een lezing in Wijnhaven die de KVBK in samenwerking met de universiteit organiseert . Hierin zal hij ingaan op de focus van zijn leerstoel: de operationele inzet van de krijgsmacht. Lees meer op de website van de KVBK, waar je je ook kunt aanmelden.
Wat zijn je plannen voor de leerstoel?
‘Het is echt een eer dat ik deze positie heb mogen krijgen en dat ik als KVBK-hoogleraar in de voetstappen van Frans Osinga aan mag treden. Gelukkig blijft hij nog even aan als hoogleraar bij ISGA. Ik heb in Breda ook al met veel plezier met hem samengewerkt en dat gaan we nu voortzetten. Mijn focus binnen de krijgswetenschappen is de operationele inzet van de krijgsmacht. Hoe zetten wij de krijgsmacht in Nederland in en hoe doen andere westerse landen dat? Wat voor taken liggen er nu voor de krijgsmacht in de huidige, zeer turbulente internationale veiligheidssituatie? Sterker nog, de wereld lijkt op dit moment iedere dag anders te worden.'
Volgens Kitzen spelen krijgswetenschappen hier een belangrijke rol in: het opleiden van mensen die hard nodig zijn om mee te denken binnen deze veranderingen. 'Het behouden van de flexibiliteit van de krijgsmacht, die van vitaal belang is bij toekomstige conflicten, ligt in de handen van leiders. Het is onrealistisch om Nederland helemaal voor te bereiden op alle mogelijke scenario’s, van conventionele oorlogen tot hybride oorlogsvoering, maar we moeten wel zorgen dat we snel kunnen schakelen. Dat vraagt om een flexibele mindset geschoeid op krijgswetenschappelijke kennis en inzichten. Zo kunnen beleidsmakers en uitvoerders snel uit de voeten met verschillende scenario’s van toekomstige conflicten. Daarnaast stelt zo’n kennisbasis mensen in staat de krijgsmacht op de juiste manier te controleren.’
Waar leg je je focus in je onderzoek op?
‘Ik ga me in mijn onderzoek richten op de strategische competitie die nu gaande is. Heel belangrijk hiervoor is de dreiging uit China en Rusland. Premier Schoof heeft uitgesproken dat Nederland graag een rol wil spelen in een eventuele troepenmacht die een bestand in Oekraïne moet gaan controleren. Maar hoe gaat dat eruitzien? Wat kunnen we leren van de operaties uit de afgelopen 20 jaar?
Ik durf te stellen dat we vooral een heel duidelijk doel voor ogen moeten hebben: wat willen we bereiken met dit soort operaties? De afgelopen 20 jaar heeft uitgewezen dat er geen duidelijke doelen en geen duidelijk mandaat waren en dat de discussie vooral over middelen ging. Dat zag je in de recente discussie over een eventuele Europese troepenmacht in Oekraïne ook alweer terugkomen.
'Ik durf te stellen dat we vooral een heel duidelijk doel voor ogen moeten hebben'
Ik heb met eigen ogen gezien dat Rusland en China meer vat krijgen op lokale samenlevingen in Afrika. Kunnen we daar überhaupt iets tegenover stellen? We zien bijvoorbeeld in Afrika dat Russische huurlingen en special forces worden ingezet om invloed te verkrijgen en grondstoffen veilig te stellen. Daarnaast is er een grote informatieoorlog, waarin de Russen succesvol het beeld van de Europeaan als witte kolonisator verspreiden via sociale media. Wat kunnen wij in het Westen daar tegenover stellen?’
Hoe kijk je naar de recente ontwikkelingen rondom Trump en de NAVO?
‘Rusland speelt graag in op de huidige instabiliteit om ons heen. Het is daarom extra belangrijk dat we met eenheid van inspanning kunnen optreden. De recente uitspraken en het gedrag van Trump laten zien dat we juist in Europa moeten samenkomen en zelf de regie over onze veiligheid in handen moeten nemen. Het is tijd om niet langer alleen te praten over het maken van een vuist, maar om daadwerkelijk een vuist te maken als Europa! En ik ben er nog niet gerust op dat we dat nu daadwerkelijk gaan doen. Als ik om mij heen kijk dan zie ik dat collega’s, alumni en studenten in ieder geval klaar staan om met krijgswetenschappelijke kennis bij te dragen aan het versterken van de Europese defensie en strategische autonomie.’
'Rusland speelt graag in op de huidige instabiliteit om ons heen'
Wat wil je meegeven aan studenten?
‘Stel je open, maar wees je tegelijkertijd bewust van de bron van informatie, vraag jezelf af of je beïnvloed wordt en benader alle partijen kritisch. Ik wil vooral de studenten graag een compliment geven. Regelmatig geef ik gastcolleges, en dat is echt dankbaar werk. Er worden altijd goede vragen gesteld, wat zorgt voor veel participatie en interessante discussies. Een paar maanden geleden gaf ik bijvoorbeeld een gastcollege in een vak van Frans Osinga. Frans en ik begonnen het college met een spontane discussie van een uur met de studenten over de situatie in Libanon op dat moment. Er waren veel verschillende meningen die we konden samenbrengen om te kijken hoe je dit benadert en duidt vanuit mijn kennis over krijgswetenschappen. Dat is ontzettend mooi om te kunnen doen.’