Universiteit Leiden

nl en

Verandering nodig in strafrecht: ‘Strenger straffen en korte gevangenisstraffen werken niet’

Veel problemen in het strafrecht kunnen door de wetenschap en met kennis uit de strafrechtspraktijk al worden voorspeld volgens hoogleraar en strafrechtadvocaat Patrick van der Meij. Toch wordt er vaak weinig mee gedaan, omdat wetgevers en beleidsmakers zich richten op kortetermijnoplossingen.

De problemen in de strafrechtpraktijk zijn talrijk. Het systeem kampt met lange doorlooptijden van zaken, ernstige georganiseerde criminaliteit en capaciteitsproblemen (in de hele keten, bijvoorbeeld in gevangenissen). Ook is er een tendens om steeds zwaarder te straffen. Van der Meij: ‘Dit leidt tot meer mensen die langer in voorarrest zitten en uiteindelijk zwaarder worden gestraft.’ Het verergert de problemen die er al zijn.

Patrick van der Meij, hoogleraar Strafrecht, houdt op 21 februari zijn oratie getiteld Hoe de hazen lopen – Lessen uit de strafrechtspraktijk voor wetgeving en beleid.

Strengere straf, averechts effect

Als voorbeeld noemt Van der Meij een strafbaarstelling die zich specifiek richt op drugsuithalers in de haven van Rotterdam. ‘Vroeger konden die als ze op dat terrein rondhingen alleen worden gepakt voor het betreden van verboden terrein. Dan kregen ze een geldboete van negentig euro. Met de nieuwe strafbaarstelling kunnen ze nu een flinke gevangenisstraf krijgen. En dat is allemaal vanuit de gedachte: dat zal ze leren.’

Het effect is averechts. De rol van de uithalers wordt gevaarlijker en duurder. Omdat ze nu in de gevangenis terecht kunnen komen, krijgen ze meer geld in het vooruitzicht gesteld en krijgen ze vaak ook nog een deel van de drugs mee die ze kunnen verkopen. ‘De concurrentie tussen de daders wordt groter’, legt van der Meij uit. ‘Het verklaart de geweldspiraal, ook met zware vuurwerkbommen bij woningen. Ook worden er steeds jongere mensen ingezet, want die worden lichter gestraft of vallen buiten het bereik van het strafrecht.’

Preventie

‘Je creëert een strafstelling om te bevestigen “dit is de norm” en het effect is dat het veel erger wordt dan het was’, zegt Van der Meij. ‘De wetenschap ziet dit al aankomen. We weten, net als mensen die in de strafrechtspraktijk werken, dat je geen norm kunt afdwingen enkel door iets strafbaar te stellen. Strenger straffen en gevangenisstraffen opleggen die ook een taakstraf hadden kunnen zijn, werken niet. Van preventie valt veel meer te verwachten.’ De hoogleraar pleit voor betere leefomgeving, scholing, zorg en opvang in achterstandswijken om zo de oorzaken van crimineel gedrag aan te pakken.

Van der Meij betreurt dat niet meer naar de wetenschap en de praktijk wordt geluisterd. ‘Preventie vergt een langetermijninvestering, terwijl ideeën bij wetgeving en beleid vaak zijn gericht op de korte termijn. Politici maar ook beleidsmakers willen scoren en laten zien dat ze een probleem meteen aanpakken. Niet iedereen staat open voor een genuanceerd verhaal als preventie.’

Kans op verbetering

Een verandering van een wettelijke regeling zoals bij de modernisering van het Wetboek van Strafvordering, dat in 2029 in werking moet treden, heeft volgens Van der Meij kans van slagen als met een realistische bril naar de praktijk wordt gekeken. Stel dat het lukt om voorlopige hechtenissen terug te dringen en alternatieven te vinden, kan dat leiden tot minder druk op de capaciteit van gevangenissen en minder druk op lopende strafrechtelijke onderzoeken. ‘We moeten de wetgever en de beleidsmakers vanuit de wetenschap en praktijk meer inzichten bieden. Je kunt als wetgever van alles willen, maar als op voorhand duidelijk is dat het niet gaat werken, kun je het beter niet doen. Dan krijg je symboolwetgeving. Je kunt beter focussen op wat haalbaar is.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.