Universiteit Leiden

nl en

Rowie Stolk wint OCA-publicatieprijs

Op maandag 9 december ontving Rowie Stolk, universitair docent staats- en bestuursrecht, de OCA-publicatieprijs. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt door de Stichting Onderzoek Collectieve Actie (OCA), voor de beste tijdschriftpublicatie over de collectieve actie.

De jury, bestaande uit Charlotte Pavillon, Ton Hartlief en Albert Knigge, heeft Rowie’s publicatie ‘De algemeenbelangactie in strijd met het algemeen belang? Over de representativiteit van algemene belangenbehartigers’, Nederlands Juristenblad 2023/970 aangewezen als het winnende artikel, vanwege de voortreffelijke bijdrage aan het wetenschappelijk debat. Rowie nam de prijs in ontvangst tijdens de studiemiddag ‘Collectieve belangen en innovatie in het recht’ in Nijmegen

In haar artikel reageert Rowie op de politieke wens om de drempels voor ideële acties in het civiele recht te verhogen, door een striktere invulling te geven aan het representativiteitsvereiste. Zij bepleit dat deze strengere invulling niet past bij de aard en functie van algemeenbelangacties. Een representativiteitsvereiste gebaseerd op aantallen (betalende) leden en direct-belanghebbenden miskent het bovenindividuele karakter van algemene belangen en zou algemeenbelangacties in veel gevallen feitelijk onmogelijk maken. Er moet bij ideële acties niet teveel waarde worden gehecht aan de kwantiteit, maar meer aan de kwaliteit van de belangenbehartiging. Dan zou het civielrechtelijke representativiteitsvereiste daadwerkelijk kunnen functioneren als waarborg die enerzijds de behartiging van stemloze en kwetsbare belangen mogelijk maakt en anderzijds de rechter een middel biedt om oneigenlijk of lichtzinnig gebruik van procedures tegen te gaan.

Tot slot beargumenteert Rowie in haar artikel dat moet worden voorkomen dat de rechter belangenorganisaties langs de maatstaf van de representatieve democratie moet leggen. Wanneer de rechter zou moeten bepalen of een belang binnen de samenleving wel breed genoeg wordt gedeeld om in rechte behartigenswaardig te zijn (zoals wordt voorgesteld in de met kamermeerderheid aangenomen moties), leidt dat (juist) tot politisering van de toegang tot de rechter. De rechter dient zich niet bezig te houden met de vraag of een belang behartigenswaardig is, maar of het op basis van het recht beschermenswaardig is. Het representativiteitsvereiste dient zo invulling te krijgen, dat zij kan functioneren als waarborg voor adequate en transparante belangenbehartiging bij de rechter.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.