In Memoriam: Cobi Bordewijk
Op 16 december 2024 is onze geliefde oud-collega Cobi Bordewijk overleden.
Toen ik nog maar kort bij toen nog de doctoraalopleiding Literatuurwetenschap in dienst was getreden, gaf ik een lezing over modernisme en film, volgens mij begin 2001. Cobi Bordewijk (geboren op 21 augustus 1942 als Jacoba Maria Knotter) was daarbij aanwezig en belde mij de volgende dag op: 'Het lijkt me hartstikke leuk wanneer filmtheorie en filmgeschiedenis elkaar eens zouden treffen.' Het geanimeerde gesprek dat volgde op haar voorstel, resulteerde erin dat we haar vak Filmgenres en stromingen voortaan gezamenlijk zouden gaan geven. Hoewel er verhalen de ronde deden dat Cobi een eigengereide persoonlijkheid was, verliep onze samenwerking immer soepel, wellicht omdat ze van meet af aan mijn expertise als complementair zag aan haar eigen profiel: dat van een theater- en filmhistorica. Dat profiel had ook concreet vorm gekregen, want toen ze van het Huizinga gebouw naar de Van Wijkplaats verhuisde, stond op de gang een enorme collectie van videobanden, met opnames van tal van films, maar belangrijker nog van theateroptredens.
Cobi was mederedacteur van een Engelstalige bundel uit 1993 over intercontinentaal theater, en zocht in een bijdrage naar dwarsverbanden tussen psychologisch realistisch theater in Moskou en Manhattan. Maar ze had ook belangstelling voor uitgesproken modern theater, getuige artikelen over Samuel Beckett en Harold Pinter. Ze schreef een geschiedenis van 100 jaar film in Leiden, en zou binnen die geschiedenis zelf ook nog een belangrijke bijrol vervullen. Toen de indertijd wat vervallen bioscoop Trianon in de jaren negentig plaats dreigde te moeten maken voor een schoenenwinkel of een discotheek, zette Cobi een stichting op, waar ook haar filmstudenten zich bij aansloten. Met protestacties wisten ze gedaan te krijgen dat Trianon een jaar lang ongemoeid zou worden gelaten. De stichting organiseerde onder meer een bonte avond, met een vertoning van Terug naar Oegstgeest, omdat bioscoop Trianon zo'n belangrijke rol speelde bij Jan Wolkers. Uiteindelijk kon de bioscoop worden gekocht door Jan Boer en grotendeels in oude luister worden hersteld.
Als een kroon op haar werk beschouwde Cobi de studie die ze met Juliƫtte Roding en Vic Veldheer liet verschijnen bij de viering van 300 jaar Leidse schouwburg. Wat geeft die Comedie toch een bemoeijng! belicht de geschiedenis van die schouwburg tussen 1705 en 2005. De publicatie van dit werk was de finale bij een reeks van symposia die Cobi jarenlang in september had belegd.
Cobi had zich binnen de Geesteswetenschappen een eigen stek verworven met haar bijvak Theater en film, met steeds een eigen student-assistent. Voor die assistenten bleken die bijbanen bij 'mevrouw Bordewijk' steeds een springplank naar een hogere ambitie: een PhD-positie of een journalistieke loopbaan. Zo was Eva Jinek ooit Cobi's assistent tot zij naar Amerika vertrok voor een stage bij Charles Groenhuijsen.
Haar afscheidscollege op 29 maart 2007 was precies 51 jaar nadat ze met Paul Bordewijk in het huwelijk was getreden en met wie ze twee zonen zou krijgen. Het college werd gevolgd door een vertoning van de film Au bonheur des dames (1930) van Jules Duvivier, in het toenmalige LAK-theater, begeleid door een studentenorkest. Bij die gelegenheid was ook Ronald Plasterk aanwezig, toen net een maand benoemd tot minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, een goede vriend van Cobi's echtgenoot. 'Zit je eindelijk dicht bij de politieke macht, ga je met pensioen', grapte ik op haar allerlaatste werkdag. Cobi Bordewijk overleed op 16 december 2024.
Tekst: Peter Verstraten