Claudia Robustella: ‘Ik heb geleerd om mezelf en mijn mentale problemen te omarmen’
fotografie: Elif Kırankaya
Claudia Robustella worstelde in haar studententijd met haar mentale gezondheid. Mede door de hulp van haar studiecoördinator Rosa van Straten lukte het haar toch om haar bachelordiploma te halen.
Claudia was pas net bezig met Italiaanse taal en cultuur toen ze het eigenlijk al wel wist: de studie en zij waren geen match. Ze hield het met pijn en moeite twee jaar vol, maar haalde zo weinig studiepunten dat ze zich moest uitschrijven. ‘Dat durfde ik aan niemand te vertellen’, zegt ze. ‘Ik kom uit een heel fijn gezin, mijn ouders hebben altijd al mijn keuzes gesupport, daar lag het niet aan. Ik durfde het gesprek niet aan te gaan, omdat het uitspreken het ‘echt’ zou maken: ik had weer gefaald.’
Voor Italiaans had ze namelijk al drie jaar rechten gestudeerd. Nog een studie niet halen, dat kon ze niet aan zichzelf verkopen. ‘Ik schaamde me kapot: al mijn studiegenoten hadden een leuke studententijd, die haalden alles. Ik had het gevoel dat ik de enige was die er mentaal niet lekker inzat, die faalde. Ik bedacht steeds andere manieren om dat te op te lossen, bijvoorbeeld een associate degree. Dat duurt maar twee jaar, dus dan zou ik kunnen zeggen dat ik in plaats van de bachelor Italiaans een ander diploma had gehaald.’
In werkelijkheid bracht Claudia haar dagen door in haar kamer. ‘Ik werkte veel en ik zat nog in het bestuur van de studievereniging. Dat was heel ongemakkelijk, maar ik kwam er wel de deur door uit. Verder was ik bijna altijd thuis. Mijn zus studeerde ook in Leiden, dus ik was bang om haar op het verkeerde moment tegen te komen, waardoor ik mezelf zou verraden. Dat was heel eenzaam. Ik ging zelfs denken dat het beter zou zijn om er niet meer te zijn: dan was alles ineens opgelost. Gelukkig heb ik altijd in mijn achterhoofd gehouden dat dit niet echt was wat ik wilde.’
‘Niemand was boos’
Ze hield deze manier van leven een jaar vol, tot corona uitbrak. ‘Alles was ineens online, maar ik kon niet concreet vertellen hoe dat er bij mij uitzag. Mijn moeder doorzag dat, zij vroeg op een middag of ik was gestopt met studeren. Eigenlijk vond ik het wel lekker om de waarheid te vertellen. Het scheelde ook dat ik heel fijne mensen in mijn omgeving had. Ik moest natuurlijk heel vaak met de billen bloot in de weken daarna, maar niemand is boos geworden dat ik had gelogen. Iedereen vond het alleen maar rot voor me dat ik me zo had gevoeld.’
Samen met haar ouders maakte ze een plan om weer te gaan studeren. Op aanraden van een oud-docent Italiaans koos ze voor Nederlandse taal en cultuur, opnieuw in Leiden. ‘Dat was toch mijn thuis geworden.’
Alopecia en Binge Eating disorder
Claudia begon vol goede moed aan de nieuwe studie. Die bleek inderdaad beter bij haar te passen, maar haar gezondheid gooide roet in het eten. Ze kreeg last van Alopecia areata, een falen van het auto-immuunsysteem waarbij je haar plotseling uitvalt. ‘Dat begon met een klein plekje dat groter en groter werd. Daardoor durfde ik mezelf niet meer op mijn studie te vertonen. Mijn eerste neiging was om me in mezelf terug te trekken, maar ik wist waar dat bij Italiaans toe had geleid. Daarom heb dit keer contact opgenomen met de studiecoördinator.’
Het bleek een goede zet, ook omdat Claudia niet alleen worstelde met Alopecia. ‘Ik kwam er in die tijd ook achter dat ik een binge eating disorder had. Ik had al vijf jaar eetbuien, maar toen heb ik officieel een diagnose gekregen.’
Steun van de studiecoördinator
Een pittig therapietraject volgde. ‘In het begin ging de combinatie met mijn studie nog goed, omdat de therapie toen heel praktisch was: ik moest zes keer per dag eten. Pas in de tweede helft gingen we de diepte in, door te kijken naar zelfbeeld en lichaamsbeeld. Toen werd ik me zo bewust van hoe ik naar mezelf keek, dat ik weer helemaal dichtklapte op mijn studie. Ik durfde geen antwoord meer te geven op vragen, omdat iedereen dan zou zien hoe ik eruitzag. Bovendien zou ik waarschijnlijk toch alleen maar domme dingen zeggen.’
Studiecoördinator Rosa van Straten was in die tijd een steun voor haar. ‘We planden elke twee weken een afspraak in om te kletsen over hoe het ging, hoe mijn planning ervoor stond. Daardoor kon ik niet meer verdwijnen. Sterker nog, Rosa zorgde ervoor dat ik nog beter met mijn docenten ging communiceren, zodat zij op de hoogte waren van de ernst van mijn situatie. Iedereen bleek begrip te hebben voor mijn situatie.’
Iedereen heeft wel iets
Dat begrip beperkte zich niet tot de docenten. ‘Ik had vaak college met dezelfde meiden. Na een tijdje begon ik met hen te delen waar ik mee zat. Toen bleek dat zij ook allemaal hun mentale problemen hadden. Dat heeft mij heel erg geholpen om te omarmen wie ik ben en wat ik heb. Inmiddels deel ik veel eerder waar ik mee zit. Dat maakt alle problemen meteen kleiner, en het helpt anderen om op je te reageren. Voorheen was ik heel vaak boos en prikkelbaar, ik was altijd bang dat andere mensen zouden doorvragen en ik echt iets zou moeten gaan vertellen. Inmiddels kan ik om me heen kijken en denken dat er zoveel mensen zijn die met iets tobben, groot of klein. Ik hoef me echt niet te schamen.
Ik heb de professionele therapie zeker nodig gehad om tot dat punt te komen, maar het contact met Rosa heeft me er ook ontzettend bij geholpen. Mede door haar heb ik een paar weken geleden mijn bachelordiploma opgehaald, met uiteindelijk maar een jaartje uitloop.’
Weet jij wie je studieadviseur is? Op deze pagina vind je een overzicht.