‘AI in het onderwijs kun je vergelijken met de opkomst van de fatbike’
Interview met Francien Dechesne
Welke rol gaat AI spelen in het juridisch onderwijs? En hoe bereiden we ons hierop voor? We vroegen het aan Francien Dechesne, universitair hoofddocent Ethiek en Digitale Technologie.
Op 24 oktober vindt er in het Kamerlingh Onnes Gebouw een symposium plaats over kunstmatige intelligentie (AI) in het juridisch onderwijs. Dit symposium is toegankelijk voor alle docenten en medewerkers die geïnteresseerd zijn in het onderwerp. Tijdens het symposium kijken we vanuit verschillende invalshoeken naar AI in het onderwijs. Iemand die hier veel ervaring in heeft, is Francien Dechesne. Als universitair hoofddocent Ethiek en Digitale Technologie is zij verbonden aan het centrum voor Recht en Digitale Technologie (eLaw) waarvan ze ook hoofd onderwijs is. Daarnaast is Francien initiatiefnemer en coördinator van de universiteitsbrede minor AI & Society en neemt ze deel aan de universitaire werkgroep AI in Education. Reden genoeg om haar visie op AI in het onderwijs eens te horen en haar daar wat vragen over te stellen.
AI in het onderwijs staat veel in de aandacht, waarom is dit zo?
Francien: ‘Het grootste misverstand is dat AI een complete revolutie of een nieuwe innovatie is. AI-technologie bestaat al jaren, maar vooral de toegankelijkheid is plots toegenomen door systemen zoals ChatGPT. De hype rond AI veroorzaakt onnodige paniek, terwijl alleen de technologie breder beschikbaar is geworden. Vergelijk het met een fatbike. De fiets en de ebike, bestaan al langer, alleen is er nu een versie met elektromotor en dikke banden gemaakt om heel hard mee te rijden, harder dan waar de bestaande infrastructuur en verkeersnormen op afgestemd zijn. Zo ook met ChatGPT, daar kun je heel snel teksten mee genereren. Net als met de fatbike leidt dit soms tot ongelukken en tot discussies over hoe we AI wel verantwoord en veilig kunnen inzetten. Er is als het ware een ‘interne helm’ – in de vorm van beter begrip van wat het wel en niet doet – nodig voor de gebruikers ervan, en wellicht ook nieuwe normen over of en hoe zo hard gaan verantwoord kan.’
Denk je dat AI effectief gebruikt kan worden in juridische opleidingen?
Francien: ‘AI kan in elk geval zeer nuttig zijn als hulpmiddel om studenten te laten reflecteren op gegenereerde teksten. In plaats van de tekst als eindproduct te zien, kunnen studenten AI-gegenereerde teksten kritisch analyseren: wat klopt er wel en niet aan de redenering? Dit versterkt hun analytische vaardigheden en helpt hen beter te begrijpen wat een goede juridische redenering inhoudt. Zo kunnen studenten leren hoe AI-tools bijdragen aan het onderwijs, maar ook welke beperkingen deze technologieën hebben.
Je bent universitair hoofddocent Ethiek en Digitale technologie. Wat zijn de ethische uitdagingen van AI in het onderwijs?
Francien: ‘Een belangrijke ethische uitdaging is de reflectie waartoe AI ons dwingt, op de essentie van ons vakgebied en de vaardigheden die we willen onderwijzen. AI-tools kunnen gemakkelijk stukken tekst van 500 woorden produceren die grammaticaal correct zijn en plausibel klinken, maar dat betekent niet dat ze waardevolle inzichten bieden voor de student in het leerproces, of als bruikbare tekst in de rechtspraktijk. We moeten dus af van focus op alleen de vorm en studenten zich laten richten op de inhoud en betekenis van wat ze schrijven en analyseren.’
Hoe kan een docent dat doen?
Francien: ‘Menselijke interactie blijft cruciaal, vooral als het gaat om het beoordelen van redeneringen van studenten, en in hoeverre ze laten zien dat ze de materie begrijpen. Dat kan – in mijn geïnformeerde overtuiging – AI nooit vervangen. Daarom is het belangrijk dat studenten niet alleen schriftelijke opdrachten maken, maar ook mondeling kunnen uitleggen hoe ze tot hun inzichten zijn gekomen. Alleen is dat met de grote hoeveelheid studenten natuurlijk niet altijd even makkelijk.’
Zijn juristen straks vervangbaar door AI?
Francien: ‘Zeker niet. AI kan geen essentiële vaardigheden vervangen die nodig zijn in beroepen zoals dat van juristen. Hoewel AI plausibele teksten kan genereren op basis van eerdere beschrijvingen, biedt het geen betekenis of interpretatie zoals een jurist dat zou moeten kunnen. AI kan helpen bij repetitieve taken zoals het opstellen van standaardcontracten (die je daarna volledig moet doorlopen), of het samenvatten van dossiers, maar het kan nooit de complexiteit van juridische redenering en interpretatie overnemen.
Tenslotte, wat is de toekomst van AI in het onderwijs?
Francien: ‘AI zal onvermijdelijk deel blijven uitmaken van het onderwijs, maar het zal niet de fundamentele menselijke vaardigheden vervangen. Al is het maar omdat we die juist in het onderwijs willen cultiveren. De uitdaging ligt in het effectief integreren van AI in het onderwijs, waarbij we zowel de efficiëntie van technologie benutten als blijven focussen op de diepere leer- en denkprocessen die essentieel zijn voor de professionele en academische ontwikkeling van de student. Overal worden nu snel stappen gemaakt om een balans te treffen: kijk bijvoorbeeld eens naar Oregon State University die een beslisboom heeft ontwikkeld rondom het gebruik van AI-tools in onderwijs en onderzoek.’
Meer weten over AI in het juridisch onderwijs? Schrijf je dan in voor het symposium AI in het juridisch onderwijs op 24 oktober a.s.