Universiteit Leiden

nl en

Tijdreizen met taal

Een voorliefde voor puzzelen en een fikse portie geduld - twee onmisbare eigenschappen wanneer je als taalwetenschapper in de Indo-Europese taalfamilie duikt. Gelukkig bezit hoogleraar Michaël Peyrot beide. In zijn aanstaande oratie neemt hij toehoorders mee op ontdekkingsreis door het verleden.

Als hoogleraar Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap houdt Peyrot zich bezig met de “oertaal” Proto-Indo-Europees en haar vele afstammelingen. ‘Proto-Indo-Europees werd gesproken in de late steentijd en bijna alle talen die we nu in Europa en grote delen van Azië kennen, stammen er vanaf; van de Germaanse en Romaanse talen tot het Indisch en het Sanskriet.’ 

Niet stoffig

Je zou het misschien niet verwachten bij een vakgebied dat zich bezighoudt met de taal uit de steentijd, maar volgens Peyrot is de vergelijkende Indo-Europese taalwetenschap uiterst actueel. ‘Natuurlijk is de oertaal heel oud en is het vak zelf ook al heel oud, maar het is absoluut niet stoffig. Door de enorme ontwikkelingen in de archeologie en de archeologische genetica, hebben we de laatste jaren veel meer kennis over de prehistorie en de migratie van volkeren tot onze beschikking.’ 

En die kennis komt goed van pas. ‘We hebben de gereconstrueerde oertaal, dan een heel stuk niets, en dan de talen die nu bekend zijn. Met behulp van archeologisch en genetisch onderzoek, kunnen we dat ‘stuk niets’ steeds meer inkleuren en onze hypothesen over migratiepatronen van volkeren, en de ontwikkeling van hun talen, bevestigd zien.’ 

Puzzelen met lettercombinaties

Peyrot specialiseert zich in het Tochaars, een van de twee vertakkingen van de oertaal zonder moderne nakomelingen. Het werd zon vijftienhonderd jaar geleden gesproken in wat nu Noordwest China is, en is waarschijnlijk rond het jaar duizend uitgestorven.

Fragment van handschrift in het Tochaars / Copyright British Library

'Het is heel veel werk om de tekstfragmenten die er zijn te ontcijferen, maar ook heel lonend'

In zijn oratie beschrijft Peyrot de uitdagingen die het Tochaars met zich meebrengt als volgt: ‘Het probleem van het Tochaars is dat het aantal teksten relatief beperkt is en dat geen enkele tekst compleet is.’ Het klinkt ondoenlijk, maar is precies wat Peyrot zo leuk vindt aan zijn werk. ‘Het is heel veel werk om de tekstfragmenten die er zijn te ontcijferen, maar ook heel lonend. Het begint met een fragment waar dan een woord of een lettercombinatie in staat die we nog niet kennen, of iets wat we nog niet begrijpen. Dan ga ik puzzelen, vergelijken, de context uitzoeken, net zo lang tot ik de betekenis van het woord kan plaatsen. Dat kan wel weken duren.’

Tijdreizen

Bij zijn benoeming als hoogleraar zei Peyrot ernaar uit te kijken om de liefde voor het vak door te geven aan een nieuwe generatie studenten. Hoe bevalt dat in de praktijk? ‘Dat bevalt goed. We zijn niet de grootste tak van de opleiding taalwetenschap, maar we hebben altijd goedgevulde lokalen en veel geïnteresseerde studenten. Toen ik studeerde zat ik soms met één andere student bij een vak, dat is tegenwoordig niet het geval.’ 

‘Studenten vinden het fascinerend dat je in ons vakgebied zo ver terug kan gaan in de tijd.’ Een fascinatie die Peyrot met hen deelt. ‘Je duikt via de teksten sowieso ook in de mensen. Je moet weten hoe zij over goden, de kosmos, de aarde en de onderwereld dachten, anders kun je de teksten niet begrijpen. Je bent verplicht je onder te dompelen en te verplaatsen in andere culturen, en dat is hartstikke leuk.’ 

Indringende kennismaking

‘Met de reconstructie van het Proto-Indo-Europees maak je nog een grotere sprong in de tijd,’ zegt Peyrot. ‘Je komt in het vierde millennium voor Christus terecht. Dan heb je geen tekst, je weet niet alle woorden en het is allemaal rafelig, maar des te fascinerender. Een meer indringende kennismaking met onze voorouders uit de late steentijd is nauwelijks mogelijk.’ 

Op 6 september om 14:00 spreekt Michaël Peyrot zijn oratie Het Indo-Europese landschap. Een trektocht door het verleden van de taal. uit. Peyrot is Hoogleraar Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap aan het Leiden University Centre for Linguistics.

Tekst: Julie de Graaf

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.