ERC-beurs voor Corinna Jentzsch: Tegengaan van jihad-opstanden in Afrika
De European Research Council (ERC) heeft de toekenning aangekondigd van 494 Starting Grants aan jonge wetenschappers in heel Europa. Een van deze wetenschappers is Corinna Jentzsch, Universitair Docent Internationale Betrekkingen aan het Instituut Politieke Wetenschappen. Zij ontving deze beurs voor haar onderzoeksproject 'Countering Jihadi Insurgencies in Africa: Repress, Resist & Reorder'.
Een vergelijkende kijk op conflicten in Afrika
Tijdens haar studie had Jentzsch altijd al interesse in de onderwerpen democratie, vrede en ontwikkeling. Ze wilde deze onderwerpen op het Afrikaanse continent bestuderen toen ze met een vriendin meeging op een reis door Ghana: 'Ik vond het leuk om daar te reizen en leerde veel, en later kreeg ik de kans om stage te lopen in Malawi, wat mijn interesse in Afrikaanse politiek verdiepte.' Ze begon haar PhD met het idee om veldwerk te doen in Centraal-Afrika. Nadat ze haar onderwerp had gekozen, bleek dat Mozambique een fascinerende casus zou zijn: 'omdat de impact van milities die door gemeenschappen zijn geïnitieerd in de Mozambikaanse burgeroorlog over het hoofd waren gezien (het onderwerp van mijn boek ‘Violent Resistance’). Ik heb afzonderlijke landen diepgaand bestudeerd, dus met deze beurs wil ik een meer vergelijkende blik werpen op conflicten in heel Afrika.’
Jihadistische opstanden
Jentzsch legt uit dat ze al lange tijd gefascineerd is door politiek geweld. Waarom gebruiken mensen het en hoe reageren mensen erop? ‘Ik denk dat geweld betekent dat er veel op het spel staat. Maar tegelijkertijd gaat het leven door en proberen mensen die met geweld worden geconfronteerd hun normale leven voort te zetten. Hoe doen ze dat, hoe gaan ze ermee om? Het is moeilijk om onderzoek te doen naar geweld en je moet veel zorg besteden aan het beschermen van de mensen die je onderzoekt, je teamleden en jezelf. Dat is een belangrijke verantwoordelijkheid.’
Als het gaat om jihadistische opstanden op het Afrikaanse continent, legt Jentzsch uit dat we vaak horen hoe Frankrijk, de VS of andere landen ze zien en erop reageren. Met dit project wil ze meer kijken naar wat de mensen ter plaatse – getroffen gemeenschappen, maar ook regeringen – daadwerkelijk doen om te reageren op het geweld en burgers te beschermen. En hoe dat zich verhoudt tot de reacties van het buitenland of internationale organisaties zoals de VN. Jentzsch: ‘Deze internationale actoren handelen niet in een vacuüm, er gebeurt al veel zodra het conflict begint, en dat is wat ik wil onderzoeken.’
Reactie van regeringen en gemeenschappen
Jentzsch vat samen dat de focus van dit nieuwe ERC-project ligt op het begrijpen van hoe overheden reageren op jihadistische opstanden (waarom ze de gewapende groep negeren of onderdrukken), hoe getroffen gemeenschappen reageren (waarom ze zich verzetten tegen of aansluiten bij de gewapende groep) en hoe (als ze dat al doen) overheden en gemeenschappen samenwerken in hun reactie. Jentzsch: ‘samen met een team van promovendi, postdoctorale onderzoekers en lokale partners zal ik deze vragen bestuderen in drie verschillende landen (Mali, Nigeria en Mozambique) door middel van uitgebreid veldwerk met interviews en archiefwerk, en dat alles over een periode van vijf jaar.’
Er zijn twee belangrijke resultaten waar Jentzsch naar streeft: ‘de ene is om wetenschappers en mensen uit de praktijk die aan deze conflicten in Afrika werken bij elkaar te brengen om hun expertise te delen, ons vergelijkend perspectief te verbeteren en veel meer van elkaar te leren. En hopelijk hebben we dan ook een goede basis om te begrijpen welke reacties kunnen helpen om een conflict te de-escaleren en welke het conflict juist laten escaleren.
Steun en feedback van collega's
Jentzsch is blij met de toekenning van deze subsidie en kijkt ernaar uit om met een team van conflictonderzoekers aan het onderwerp te werken. Jentzsch: 'Ik ben ook erg dankbaar voor alle steun die ik binnen het Institute of Political Science heb gekregen bij het voorbereiden van deze subsidieaanvraag, met name de feedback van mijn collega's.'
Foto: Nigeria Security and Civil Defence Corps (Facebook)