Integrerend leren om aansluiting met arbeidsmarkt te verbeteren: ‘Digitale vaardigheden zijn hard nodig’
fotografie: Elif Kırankaya
Veel afgestudeerde geesteswetenschappers vinden werk in het digitaal erfgoed, maar een goed pedagogisch model om het onderwijs hierop aan te laten sluiten, ontbreekt. Universitair docenten Karin de Wild en Peter Verhaar willen hier met een Comeniusbeurs verandering in brengen.
‘De afgelopen jaren zijn er verschillende rapporten verschenen waaruit blijkt dat er een kloof bestaat tussen geesteswetenschappelijke studies en het werkveld’, begint Verhaar. ‘De vaardigheden die bibliotheken en musea vragen, verschillen van de vaardigheden die studenten traditioneel opdoen bij geesteswetenschappen. Studenten zijn goed in contextualiseren, interpreteren en communiceren, maar missen soms de digitale vaardigheden die tegenwoordig gevraagd worden.’
‘Peter en ik merken dat ook in de praktijk’, vult De Wild aan. ‘We werken allebei veel samen met instellingen die te maken hebben met digitaal erfgoed. Peter werkt deels voor de Universiteitsbibliotheek, ik heb veel contact met musea. Daar horen we vaak dat er nog een slag gemaakt kon worden tussen het onderwijs en het werkveld: betere samenwerking, modules beter laten aansluiten op de praktijk. Alleen, een goed pedagogisch model hiervoor ontbreekt.’
Integrerend leren
Verhaar en De Wild besloten daarom de handen ineen te slaan en een Comeniusbeurs aan te vragen. Ontvangers hiervan krijgen geld om het mbo, hbo of wo te vernieuwen of te verbeteren. ‘Wij gaan aan de slag met integrerend leren’, vertelt De Wild. ‘Dat is een pedagogisch model om mensen met verschillende achtergronden en disciplines samen te brengen in een groep. Dat kan ook heel goed werken als je theoretische en praktische kennis wilt samenbrengen.’
Concreet betekent dit dat De Wild en Verhaar drie jaar lang gaan samenwerken met bibliotheken en musea om de kloof tussen onderwijs en werkveld te overbruggen. ‘We gaan eerst een adviesraad samenstellen met vertegenwoordigers uit de erfgoedsector’, licht Verhaar toe. ‘Zij kunnen een halfjaar lang suggesties doen voor onderwerpen die aan bod kunnen komen. Vervolgens gaan we deze vakinhoudelijke, maar ook didactische innovaties drie semesters lang testen in zes verschillende mastervakken van onszelf en verschillende collega’s.’
Toolkit
Dit moet uiteindelijk uitmonden in een toolkit vol best practices, waarmee docenten zelf aan de slag kunnen. Verhaar: ‘We hopen dat zij de principes van integrerend leren dan ook kunnen gaan toepassen.’