Universiteit Leiden

nl en

‘Iemand die promoveerde had vast een slechte jeugd gehad’

Promoveren en topsport lijken meer op elkaar dan je denkt, dat althans vindt Irene Eijs. En zij kan het weten want zij deed dat eind jaren negentig. Het is beide eindeloos trainen. Iets beter, sneller, scherper maken. Eijs deelde haar verhaal met de zilveren doctores van de Universiteit Leiden. Studiegenoten die, net als zij 25 jaar geleden, promoveerden.

Eliane Cohen, Leids Universiteits Fonds

De banden met alumni onderhouden doen het Bureau Pedel en het Alumnibureau van de Universiteit Leiden op veel manieren. Een relatief nieuwe activiteit is de Gouden en Zilveren Doctores-bijeenkomsten. Nadat vorig jaar de Gouden Doctores waren uitgenodigd (50 jaar na promotie) was het afgelopen week de beurt aan de Zilveren Doctores. Daarvoor waren die alumni genodigd die in 1997, 1998, en 1999 aan de Rijksuniversiteit Leiden, want zo heette de universiteit toen nog, gepromoveerd zijn. Ongeveer 80 van hen waren op de namiddag in het Groot Auditorium afgekomen.

Er is veel veranderd sinds de jaren dat deze groep promoveerde. De universiteit was destijds 14.000 studenten groot. Inmiddels zijn dat er 34.000. Toen konden zij kiezen uit 57 opleidingen. Nu zijn er alleen al 80 verschillende masteropleidingen houdt bestuursvoorzitter Annetje Ottow haar gehoor voor. ‘Toen was er alleen nog maar Leiden. Nu heeft Leiden drie campussen: Binnenstad, BioScience én Den Haag. En Den Haag is allang geen dependance meer. Met de 10.000 studenten die daar zitten vormt dat een volwaardige kern van de Universiteit Leiden.’

Voorzitter college van bestuur Annetje Ottow

Weerstand bieden

Vijf procent van de studenten komt uit het buitenland. ‘Dat mogen er van ons best nog wat meer worden. Wij vinden internationale uitwisseling namelijk een verrijking voor onze studenten en onze universiteit. Wij zien dat we daarmee talent kunnen aantrekken.’ Helaas, constateert ze, waait er in Den Haag een andere wind. ‘Wij staan niet achter die discussie. En zullen er alles aan doen om dat tegen te gaan.’

Ze krijgt bijval uit de zaal. En dat applaus valt haar ook ten deel als ze een ander heikel Haags onderwerp aansnijdt: namelijk de voorgenomen bezuinigingen op het hoger onderwijs. Iets wat overigens van alle tijden is, ontdekte ze toen ze de jaarverslagen van 25 jaar geleden er nog eens op nasloeg. Ook die stonden bol van weerstand bieden aan Haags beleid.

Dat neemt niet weg dat ze zich serieuze zorgen maakt over de huidige enorme bezuinigingen. ‘Nederland heeft 14 universiteiten en er is straks nog maar budget voor 13. Dat gaat ook voor Leiden serieuze gevolgen hebben. We zullen ons hier met hand en tand tegen verzetten. Het is ongelooflijk belangrijk voor ons dat wij daarbij op uw steun kunnen rekenen.’ Ook financiële steun om jonge kansrijke studenten mogelijkheden te bieden is zeer gewenst, voegt ze daar aan toe.

Irene Eijs combineerde haar promotieonderzoek met een topsport carrière als roeister

Genadeloos fileren

Naast deze actualiteiten werd er uiteraard ook teruggeblikt op de promotietijd. Irene Eijs, director data-strategie bij MPG en bestuurslid bij het NOC*NSF nam de aanwezigen mee terug naar het biologielab eind jaren negentig én de olympische spelen in Atlanta. Want zij combineerde haar promotieonderzoek met een topsport carrière als roeister. Twee ogenschijnlijk onverenigbare activiteiten die, zo vertelde zij, behoorlijk wat raakvlakken vertonen. Althans in de vaardigheden die het vergt. ‘Doorzettingsvermogen en jezelf bevragen. Feitelijk is het allebei eindeloos trainen. Waar kan het beter, sneller, scherper. En op het allerbelangrijkste moment moet je jezelf enorm veel pijn kunnen doen. Dat is bij promoveren eigenlijk net zo. Je moet bereid zijn je hypothese genadeloos te fileren.’

Die twee verschillende werelden vulden elkaar verrassend goed aan. ‘Als ik er met roeien doorheen zat had ik altijd mijn collega’s in het lab waarmee ik over proefjes en ontdekkingen kon praten. Dat leidde af van de sportieve frustratie. En als mijn onderzoek weer eens doodliep kon ik die ergernis weer lekker van mij af stampen in een boot.’

Rick Lawson hoogleraar Europees Recht Universiteit Leiden

Promoveren hoort erbij

Rick Lawson, hoogleraar Europees recht, blikte ook terug op zijn in 1999 behaalde doctoraat. Dat hij überhaupt promoveerde was al vrij bijzonder. ‘Iemand die promoveerde had vast een slechte jeugd gehad, die op enige manier gecompenseerd moest worden, was een vrij wijdverspreide gedachte. Het vakgebied, vond menigeen, was te belangrijk om tijd aan een proefschrift te besteden. En verschillende hoogleraren – echt toppers op hun vakgebied –  waren in die tijd niet gepromoveerd.’ Dat is inmiddels echt veranderd: promoveren hoort er gewoon bij. Het aantal promoties aan de Juridische Faculteit is in die 25 jaar verdubbeld. Toch vormen de juridische proefschriften nog steeds maar tien procent van alle proefschriften.

Juridische promoties, legde Lawson uit, zijn ook echt een debat. ‘Een proefschrift moet immers worden verdedigd, en dus moet het aangevallen worden.’ Alleen was zijn eigen proefschrift al bijna achterhaald voordat hij promoveerde: op de dag dat hij het manuscript op de post deed, deed het Europees Hof twee belangrijke uitspraken. Die konden op de valreep nog worden verwerkt.

Maar het noodlot had nog meer in petto. Zijn proefschrift ging over het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in relatie tot de Europese Unie. ‘De Unie zou wel nooit toetreden tot het EVRM, dacht ik: herhaaldelijk voorgesteld, maar nooit uitgevoerd. Om dezelfde reden zou een eigen grondrechtencatalogus er vast niet komen. Ik moest dus iets anders verzinnen, en dat deed ik ook. Maar nog geen maand na de verdediging van mijn proefschrift stelde Duitsland voor dat de EU zou toetreden én daar eigen grondrechten aan moest toevoegen.’ Desondanks liep het allemaal goed af voor Lawson. Hij promoveerde, werd hoogleraar en was gedurende vijf jaar decaan van de juridische faculteit. En de EU is overigens nog steeds niet toegetreden tot het EVRM.
Tekst: Marijn Kramp  -  Foto's: Barbra Verbij

* De opname van dit gedeelte van de viering kunt u terugkijken via deze link

Uitreiking Zilveren Speld

Zilveren Speld

Na het officiële gedeelte werden de Zilveren Doctores in de Beeldentuin verwacht. Daar ontvingen ze uit handen van Erick van Zuylen (hoofd Bureau Pedel) en Frank Geerlings (tweede Pedel) hun aandenken : het Zilveren Speldje. 

* Alle foto's van de dag vindt u hier 

Eugène Cox met Edwin van Leeuwen en Kees Bol

Foto's van de promoties in 1997, 1998 en 1999

Vele doctores hebben de foto's van hun promotie in 1997, 1998 en 1999 opgezocht, ingescand en ingestuurd. Al was (en is) fotograferen niet toegestaan tijdens de verdediging zelf, blijken er genoeg mooie momenten van de dag vastgelegd.

* Alle promotiefoto's zijn gebundeld in dit album 
* Alle foto's van de Zilveren Doctoresviering zelf vindt u hier

Drie flitsinterviews met Zilveren Doctores

Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.

Bekijk de video op de oorspronkelijke website of
Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.