Drie vragen aan Aleksandrina Skvortsova over haar LUF-beurs voor 'Mind over Meal'
'We kunnen nieuwe strategieën ontdekken om mensen te helpen, vooral als ze worstelen met gewichtsverlies', vertelt psycholoog Aleksandrina Skvortsova over haar LUF-subsidie voor Mind over Meal. Lees de antwoorden van Skvortsova op drie vragen over haar onderzoek.
Wat vind je zo interessant aan dit onderzoek?
'Ik vind dit onderzoek fascinerend omdat het het potentieel van het placebo-effect onderzoekt bij het beheersen van hongergevoel en het bevorderen van gezondere voedingskeuzes. Er is veel bewijs dat het placebo-effect zeer effectief kan zijn bij veel aandoeningen, zoals pijn, jeuk en vermoeidheid. Verrassend genoeg is het veel minder onderzocht in de context van een hongergevoel. Door te begrijpen hoe onze verwachtingen onze hersenactiviteit beïnvloeden, kunnen we nieuwe strategieën ontdekken om mensen te helpen, vooral degenen die worstelen met gewichtsverlies. Daarnaast biedt het onderzoek naar de onderliggende hersenmechanismen een dieper inzicht in hoe onze hersenen reageren op voedsel en hoe deze reacties bij te sturen.'
Wat ga je met het geld doen?
'Het Leids Universiteits Fonds / Elise Mathilde Fonds heeft mij 35.000 euro toegekend voor dit onderzoeksproject. Dit geld zal besteed worden aan praktische uitgaven, zoals deelnemerskosten. Daarnaast zal ik een onderzoeksassistent inhuren die me zal helpen met het verzamelen van gegevens.'
Helpt het later in de praktijk?
'Absoluut. Dit onderzoek biedt de mogelijkheid om praktische strategieën te ontwikkelen om met hongergevoel om te gaan en betere voedselkeuzes te maken, zonder afhankelijk te zijn van medicatie. Door het placebo-effect op hongergevoel en eetgedrag te begrijpen, zouden we psychologische interventies of gedragstherapieën kunnen ontwikkelen die gebruikmaken van positieve verwachtingen om mensen te helpen gezondere voedingkeuzes te maken. Voor mensen die worstelen met gewichtsverlies zouden deze bevindingen kunnen leiden tot nieuwe, effectieve methoden om de eetlust te reguleren en de consumptie van calorierijk voedsel te verminderen. Dat leidt uiteindelijk tot een betere gewichtsbeheersing en algehele gezondheid.'