Scheidend hoogleraar Pieter ter Keurs: ‘Mensen leggen verzamelingen aan om te kunnen functioneren’
fotografie: Danique ter Horst
Hoogleraar Pieter ter Keurs heeft zich zijn hele carrière beziggehouden met verzamelen. Nu gaat hij met emeritaat. ‘Ik hoop dat de aandacht voor verzamelingen blijvend is.’
‘Ik ben altijd gefascineerd geweest door de relatie die mensen hebben met objecten’, vertelt Ter Keurs, van oorsprong antropoloog. ‘We beschouwen de aanwezigheid van objecten als zo vanzelfsprekend dat we niet meer in de gaten hebben dat ze ons voortdurend beïnvloeden. Als ik nu naar jou wil lopen, moet ik bijvoorbeeld eerst uitwijken voor de tafel tussen ons in. Dat doet iets met je ervaring van de wereld.’
Daar komt bij dat mensen zich graag actief omringen door objecten. ‘Ze hebben een ontzettende aantrekkingskracht op ons’, licht Ter Keurs toe. Op koopzondag kun je het bijna niet laten toch iets te kopen.’
Bijzonder fenomeen
Die aantrekkingskracht van objecten kan leiden tot het fenomeen dat Ter Keurs als hoogleraar het meest heeft bestudeerd: verzamelen. ‘Dat is een van de bijzonderste fenomenen in de object-subjectrelatie’, vertelt hij. ‘Ik kwam er natuurlijk al vaak mee in aanraking toen ik nog werkte als conservator bij Museum Volkenkunde en Hoofd Collecties en Onderzoek bij het Rijksmuseum van Oudheden, maar het is nooit mijn bedoeling geweest om er een onderzoeksproject van te maken.’
Toch werd Ter Keurs bijna vijf jaar geleden aangesteld als hoogleraar Musea, Collecties en Samenleving, tevens een stimuleringsgebied van de universiteit. ‘We hadden een heel interdisciplinaire onderzoeksgroep met naast mij nog vier anderen’, blikt hij terug. ‘Ik heb bijvoorbeeld een college opgezet met archeoloog Martin Berger waaraan zowel archeologiestudenten als studenten kunstgeschiedenis moesten deelnemen. Dat was heel interessant, omdat het zulke andere discussies geeft. Waar sommige studenten kunstgeschiedenis nog vooral een traditioneel perspectief hanteren op wat ‘belangrijke’ kunst is, zijn met name de archeologiestudenten uit Midden- en Zuid-Amerika heel fanatiek in bijvoorbeeld discussies over teruggave.’
‘Focus op wat we gemeen hebben’
Als hoogleraar werkte Ter Keurs ook veel samen met de Leidse musea en de gemeente. ‘Het zou mooi zijn als daar de komende jaren aan wordt verder gewerkt’, zegt hij. ‘Als er bijvoorbeeld een overkoepelende structuur komt voor ‘heritage’ en ‘museum studies’ kunnen we naar buiten uitstralen dat er een heel sterke onderzoeksgroep is verbonden aan dit onderwerp.’
Ook de musea zelf hebben profijt van wetenschappelijke input, denkt Ter Keurs. In zijn afscheidscollege ging hij in op de maatschappelijke taak die deze instellingen volgens hem hebben. ‘Als mensen hebben we vaak het gevoel dat we in crisis zitten’, licht hij toe. ‘Het is dan een natuurlijke neiging om in het verleden te willen vluchten. Dat kan heel mooi zijn, maar ik vind dat culturele instellingen ook naar de toekomst moeten kijken. Hoe beïnvloeden migratie en interculturele uitwisseling onze cultuur? De afgelopen jaren hebben we vooral gefocust op identity politics, waarin iedere groep en subcultuur een eigen identiteit heeft. Ik zou het mooi vinden als we als volgende stap gaan kijken wat we gemeen hebben. Uiteindelijk krijgt iedereen te maken met zieke familieleden, gaan we allemaal een keer dood.’ En zo zijn er nog veel meer zaken die wij, Europeanen, gemeenschapplijk hebben met mensen in bijvoorbeeld Afrika of Nieuw-Guinea.
Ter Keurs schuwt daarbij de politiek niet. ‘Het ligt gevoelig, maar ik vind dat musea veel actiever moeten zijn in het ontmantelen van fake nieuws en politieke mythes. Als je je alleen maar focust op erfgoed krijg je een narrowmindedness die voor niemand goed is.’
Verzameling ontmantelen
Ook tijdens zijn emeritaat wil Ter Keurs zich met dit soort onderwerpen bezig blijven houden. ‘Ik vind het leuk om in leesbare taal op te schrijven wat we jarenlang in wetenschappelijke artikelen hebben neergezet, zoals ik onlangs heb gedaan in het boek Verzamelen, de drang om te bezitten. Dat kan nu zonder vergaderingen en bureaucratie.’
Wie denkt dat Ter Keurs die overblijvende tijd gaat besteden aan een verzameling, heeft het mis. ‘Ik heb mezelf lang niet als een verzamelaar gezien, maar inmiddels weet ik dat ik me graag omring met boeken over onderwerpen die me op dat moment fascineren. Ik wil dan ook meteen alles daarover hebben, waardoor mijn boekencollectie een soort intellectuele biografie van mijn leven is geworden. Dat wordt nu problematisch, want er ontstaat nu thuis ruimtegebrek om veel nieuwe aanwinsten te kunnen plaatsen. Ik moet dus kiezen welk deel van mijn leven ik van de hand doe. Heel moeilijk.’
Ter ere van het afscheid van Ter Keurs wordt het symposium Changing Approaches Towards Restitution and Return of Colonial Heritage: Tracing Experiences and Identifying Shared Decolonial Practices georganiseerd. Meer informatie is beschikbaar in de agenda.