Met 30 miljoen dollar wil dit consortium tbc eronder krijgen
Dankzij een slimme onderzoeksmethode zit er schot in het onderzoek naar betere medicijnen tegen tuberculose. Binnen een Amerikaans consortium dat 30 miljoen dollar subsidie kreeg, speelt de Leidse onderzoeker Rob van Wijk een belangrijke rol. ‘De volgende doorbraak in tbc-onderzoek komt heel wat sneller dan de vorige.’
Decennialang was de therapie tegen tbc hetzelfde: patiënten moesten zes maanden of langer een combinatie van vier antibiotica innemen. Niet alle patiënten maakten die lange kuur af. Ook omdat tbc vooral in lage- en midden-inkomenslanden voorkomt. En als mensen hun kuur niet afmaken, leidt dat tot resistente bacteriestammen. Dat is een groot probleem. Wereldwijd krijgen jaarlijks zo’n tien miljoen mensen tbc, waarvan er ongeveer anderhalf miljoen overlijden aan de ziekte.
Van zes naar vier maanden slikken
In 2021 lukte het een internationaal onderzoeksteam te bewijzen dat een bepaalde combinatie van antibiotica sneller korte metten maakt met de bacterie: na vier maanden. Bij deze doorbraak was een oud-collega van de Leidse farmacoloog Rob van Wijk betrokken: Rada Savic van de University of California, San Francisco. Van Wijk was hier tot november postdoc en werkte met haar samen. Savic leidt nu het consortium Preclinical Design and Clinical Translation of TB Regimens (PReDicTR), dat begin april 30,8 miljoen dollar toegekend kreeg van het Amerikaanse National Institutes of Health (NIH).
Onderzoekscyclus met drie onderdelen
Dit onderzoek is gebaseerd op een cyclus die uit drie onderdelen bestaat; Van Wijk leidt een van die drie onderdelen. De cyclus begint met laboratoriumonderzoek naar de vraag of een middel de tbc-bacterie in een petrischaaltje uitschakelt. Als zulk in vitro-onderzoek dat laat zien, volgt stap twee: in vivo-onderzoek bij besmette proefdieren. Daarna komt de derde stap – datawetenschap en modelleren – geleid door Van Wijk. ‘Wij integreren alle data uit de experimenten om een voorspelling te doen: met welke medicijnen kunnen we zo snel mogelijk zo veel mogelijk patiënten genezen?’
De behandeling bestaat altijd uit een combinatie van antibiotica. ‘Tbc is een heterogene ziekte, die in verschillende delen van het lichaam zit. Daarom heb je een combinatie van medicijnen nodig.’ Met een team van modelleurs gebruikt Van Wijk algoritmen die ze trainden met data die al bestaan uit eerder onderzoek. ‘Die modellen weten bijvoorbeeld steeds beter hoe ze resultaten uit cellen of dieren kunnen vertalen naar resultaten in de mens. Ze voorspellen op basis van de nieuwe resultaten welke combinatie bij welke dosis optimaal resultaat geeft in een mens en hoe snel. Daarmee kunnen de in vitro- en in vivo-onderzoekers sneller tot een optimale combinatie komen, en die kan vervolgens in patiënten worden getest.’ Dat laatste gebeurt buiten het consortium.
Speciale aandacht voor medicatie bij kinderen
Van Wijk vertaalt dus eigenlijk de vele labresultaten naar voorspellingen. Zijn vak heet translationele immuno-farmacologie. ‘We kijken ook speciaal naar de behandeling van kinderen, die nu nog vaak dezelfde behandeling krijgen als volwassenen. Maar kinderen zijn geen kleine volwassenen, het ziekteverloop is bij hen anders. Ook zijn bij hen de processen van medicijnopname en -afbraak nog in ontwikkeling. Daardoor kan een bepaalde dosis medicijnen heel anders uitpakken.’ De voorspelmodellen van Van Wijk en zijn collega’s kunnen hier rekening mee houden.
Nu verder naar slechts drie of twee maanden slikken
De nieuwe behandeling uit 2021, die vier maanden duurt in plaats van zes, dringt nu langzaam door in de wereldwijde behandeling van tbc, aldus Van Wijk. ‘Deze ontdekking heeft decennia op zich laten wachten. Hij kwam uiteindelijk tot stand met net zo’n onderzoekscyclus als die wij nu gebruiken.’ Het doel is nu om van die vier maanden terug te gaan naar drie of zelfs twee maanden. ‘Die doorbraak zal hopelijk heel wat sneller komen dan de vorige.’
Gedreven onderzoekers, gericht op samenwerking
De schaal waarop onderzoek naar tbc plaatsvindt is niet te vergelijken met bijvoorbeeld het onderzoek naar kanker of diabetes, zegt Van Wijk. ‘In Nederland is het bijna een vergeten ziekte.’ Ook al zijn er relatief weinig tbc-onderzoekers, ze zijn wel enorm gedreven en gericht op samenwerking, merkt Van Wijk. ‘Ik vind dat ook mensen die minder geluk hebben met waar ze geboren zijn, recht hebben op een gezond leven. Daarom vind ik het belangrijk om aan deze ziekte te werken.’
In Leiden werken onderzoekers van vier instituten aan tbc. Ze vormen het Leiden interdisciplinair Tuberculose Consortium (LiTBC) en komen maandelijks bij elkaar.
Tekst: Rianne Lindhout
Beeld boven artikel: pixabay/Shafin_Protic