Manon Schouten: ‘Ik ben zo’n docent die ook in het weekend bezig is met haar vak’
fotografie: Elif Kırankaya
Na een omweg via de ANWB in München werkt alumna Manon Schouten op twee scholen als docent geschiedenis. 'Het is mooi meegenomen dat ik nu veel van auto’s weet, maar dat weegt niet op tegen het gevoel dat ik krijg als ik de lesstof echt zie landen bij leerlingen.’
Wat wilde je worden als kind?
‘Archeoloog. Ik had al jong een abonnement op Schatten van de Aarde. Kreeg je elke maand een edelsteen in een doosje, een stuk gefossileerd hout of iets anders randoms thuisgestuurd, met lectuur voor je verzamelmap. Het was helemaal niet voor kinderen bedoeld, maar ik vond het geweldig. Later, op de middelbare school, genoot ik van de geschiedenislessen. Het luisteren naar al die verhalen vond ik zoveel leuker dan sommen maken of woordjes leren. Daarom heb ik uiteindelijk voor de studie geschiedenis gekozen. Het leek me nog steeds heel leuk om als archeoloog opgravingen te doen, maar uiteindelijk heeft een archeoloog altijd een historicus nodig om de vondsten te duiden.’
Na je bachelor geschiedenis ben je doorgegaan met een master African Studies. Vanwaar die switch?
‘Aan het eind van mijn bachelor zag ik een oproep voor onderzoek naar Zweedse missionarissen in Frans Congo. Hoe hadden zij het leven van de plaatselijke bevolking beschreven? En waarin verschilde dat van de verslagen van de lokale autoriteiten? Ik had toevallig een paar cursussen Zweeds gedaan, omdat ik daar als kind familie had wonen. Daardoor werd ik nog uitgekozen ook! Met een LUF-subsidie ben ik naar Stockholm gegaan om archiefonderzoek te doen. Dat vond ik zo interessant dat ik daarna ben verdergegaan met African Studies, al heb ik wel een historische invalshoek gebruikt voor alle opdrachten.’
Wat voor student was je?
‘Een heel serieuze, ik denk dat ik in mijn hele studententijd naar twee feestjes ben geweest. Dat komt ook doordat ik door diabetes geen alcohol kan drinken. Ik had daardoor niet zo’n zin in de echte zuipfeesten: ik zat liever in de opleidingscommissie en de Humanities Think Tank, waar we ons bijvoorbeeld bezighielden met de facultaire opstelling ten opzichte van milieu en inclusie. Die groep was zo ontzettend leuk, daar heb ik echt heel gezellige herinneringen aan.’
Had je een favoriete plek in Leiden?
‘Na college gingen een vriendin en ik vaak naar de Burcht. Als we dan die ene korte trap hadden beklommen, zei zij vaak: “Zo, dat was onze work-out. Nu hebben we wel wat verdiend” en dan haalde ze ineens iets lekkers uit haar tas, kipnuggets van McDonald’s of zo. Helemaal mooi werd het toen die houten ligstoelen werden geplaatst. Toen konden we echt chillen.’
Waarom heb je voor het onderwijs gekozen?
‘Na mijn afstuderen wilde ik eigenlijk promoveren, maar al die applications kosten veel tijd. Ik dacht daarom een zomer even geld te gaan verdienen bij de ANWB in München en ondertussen de uitkomst van die sollicitatieprocedure af te wachten. Bij die technische dienst was het zo leuk, dat ze na een paar maanden vroegen of ik niet daar in de buurt een huis wilde zoeken. Uiteindelijk ben ik daar twee jaar gebleven, tot ik mezelf in een telefoongesprek hoorde praten over olie die in de derde cilinder was gelekt en ik ineens dacht: wat ben ik aan het doen met al die autotechniek? Waarom doe ik niets meer met mijn passie voor geschiedenis?
Toen heb ik mijn baan opgezegd en ben ik aan de slag gegaan op mijn oude middelbare school en een internationale school. Het is mooi meegenomen dat ik nu veel van auto’s weet, maar dat weegt niet op tegen het gevoel dat ik krijg als ik de lesstof echt zie landen bij leerlingen.’
Hoe ontspan je?
‘Ik ben die docent geworden die ook in het weekend voortdurend bezig is met haar vak. Dan loop ik in een museum en denk ik: “Hé, Willem van Oranje, daar hebben we het net over. Even kijken wat zij hier over hem zeggen.”
Daarnaast werk ik graag aan het YouTube-kanaal Alom Historisch dat ik in coronatijd ben gestart. Destijds waren in München alleen de bezienswaardigheden open. Die ben ik toen maar gaan filmen, waarna ik ze heb voorzien van een voice-over. Ik deed dat vooral omdat ik het zelf leuk vond, maar inmiddels heb ik een groep trouwe kijkers en word ik ook weleens ingehuurd door historische locaties om voor hen een video te maken.'
Waar droom je nog van?
‘Ik zou heel graag een werkgroep aan de universiteit willen geven! Tijdens mijn studie heb ik college gehad over oral history. Daarvoor moesten we iemand interviewen die we nog niet zo goed kenden. Dat was zo inspirerend. Je leert dan echt luisteren, respect tonen, de juiste vragen stellen. Ik wil dat graag nog eens doen met een klas, maar hier begin je niet zo snel aan met brugklassers. Hoe mooi zou het zijn als ik het dan aan de universiteit kan doen?’