Wat kunnen we verwachten na tussenvonnis genocidezaak Zuid-Afrika tegen Israël?
Israël is veroordeeld maatregelen te nemen om genocide in Gaza te voorkomen. Giulia Pinzauti, expert op het gebied van staatsconflicten en humanitair recht, legt het belang uit van de zaak, de specifieke details van de uitspraak en wat we nu kunnen verwachten.
Zuid-Afrika beschuldigt Israël van het schenden van zijn verplichtingen onder het Genocideverdrag. Beide landen zijn aangesloten bij het verdrag.
Gisteren heeft het Internationaal Gerechtshof (ICJ) een tussenvonnis gewezen in deze zaak. De uitspraak bekrachtigde verschillende door Zuid-Afrika gevraagde maatregelen om te voorkomen dat Israël beweerde genocidale daden zou plegen.
Israel werd bevolen alle maatregelen te nemen om genocidale daden te voorkomen, het aanzetten tot genocide te voorkomen en te bestraffen en binnen een maand verslag uit te brengen over zijn handelingen. Het ICJ gaf geen bevel tot een staakt-het-vuren.
Het ICJ in Den Haag is bevoegd om bindende uitspraken te doen over geschillen tussen staten. In het verleden hebben verschillende landen de uitspraken van het Hof echter genegeerd – meest recentelijk Rusland, dat in 2022 het bevel van het ICJ negeerde om de oorlog met Oekraïne te staken.
Giulia, in welk opzicht is deze zaak baanbrekend?
'Het ICJ heeft slechts twee weken na de zittingen al een uitspraak gedaan met voorlopige maatregelen. Daarmee wordt de urgentie van de humanitaire situatie ter plaatse erkend. Met deze uitspraak heeft het Hof vastgesteld dat er een plausibele zaak van genocide is waarvoor Israël zich moet verantwoorden. De uitspraak zou bepalend kunnen en moeten zijn voor hoe derde landen tegenover het lopende conflict staan.'
'De uitspraak heeft politieke gevolgen voor landen die Israël steunen en militaire steun verlenen.'
Betekent dit dat de oorlog tussen Israël en Hamas nu voorbij is?
'Nee. Maar Israël zal de uitspraak van het Hof moeten naleven wat betreft de manier waarop het zijn militaire operaties uitvoert. Je zou ook kunnen zeggen dat als Israël zich aan de uitspraak van het Hof wil houden, het zijn militaire operaties zal moeten terugschroeven om humanitaire hulpverlening aan de Palestijnse bevolking te kunnen garanderen.'
Wat zijn de politieke gevolgen van de uitspraak?
'Israël is gebonden aan de uitspraak van het Hof. De uitspraak kan ernstige politieke gevolgen hebben, omdat het Hof heeft erkend dat de zaak van Zuid-Afrika aannemelijk is. Dit betekent dat de Palestijnen in Gaza recht hebben op bescherming tegen genocide. Het feit dat er een ernstig risico op genocide bestaat, betekent dat alle staten die partij zijn bij het Genocideverdrag de verplichting hebben om genocide te voorkomen. Dit is met name een belangrijk punt voor staten die Israël hebben gesteund en militaire bijstand hebben verleend.'
In het verzoek vroeg Zuid-Afrika het Hof om Israël negen maatregelen op te leggen. Het Hof ging met zes van de maatregelen mee. Welke maatregelen werden niet opgelegd?
'Het Hof eiste geen onmiddellijk staakt-het-vuren van de militaire operaties van Israël. Naar mijn mening was het onwaarschijnlijk dat dit zou gebeuren, omdat de uitspraak van het Hof slechts bindend is voor één partij in het conflict – Israël – en niet voor Hamas, dat geen staat is en ook geen partij in deze zaak. Bovendien heeft het Hof Israël niet bevolen om zich te onthouden van acties die het geschil voor het Hof zouden kunnen verergeren of verlengen, wat een oplossing tussen de oorlogvoerende partijen zou kunnen bemoeilijken.'
'Het Hof verwees ook naar de aanvallen van Hamas van 7 oktober en de slachtoffers van die aanvallen; dit laat zien dat het naar de argumenten van beide partijen heeft geluisterd voordat het zijn beslissing nam.'
Dit was slechts een voorlopig oordeel. Dit betekent dat er nog geen uitspraak is gedaan over de ernstigste beschuldiging dat Israël genocide pleegt tegen de Palestijnse bevolking. Zegt de uitspraak iets over de toekomstige uitspraken van het ICJ over de grond van de zaak?
'Deze uitspraak schept op geen enkele manier een precedent voor het uiteindelijk oordeel. Het biedt echter wel een sterke basis waarop Zuid-Afrika zijn zaak kan beargumenteren. Het Hof verwierp in feite alle argumenten van Israël met betrekking tot zijn verantwoordelijkheid voor het plegen van genocide en zijn nalatigheid in het voorkomen en bestraffen van het aanzetten tot het plegen van genocide. Het is ook noemenswaardig dat de beslissing met een zeer grote meerderheid werd genomen.'
Afwijkende meningen
'Eén rechter, Julia Sebutinde uit Oeganda, stemde tegen alle opgelegde maatregelen. De andere rechter, de Israëlische rechter Aharon Barak, een Holocaust-overlevende, stemde tegen de meeste maatregelen, met uitzondering van de maatregelen gericht op het voorkomen van het openbaar aanzetten tot het plegen van genocide en het verlenen van humanitaire hulp.'
Heb je enig idee waarom de rechters tegen de opgelegde maatregelen hebben gestemd?
'Rechter Sebutinde stelde zich op het standpunt dat het geschil tussen Zuid-Afrika en Israël een politiek geschil is dat langs diplomatieke weg moet worden opgelost. Volgens haar is het geen juridisch geschil dat door het Hof kan worden beslecht. Bovendien heeft Zuid-Afrika volgens haar niet aangetoond – zelfs niet prima facie – dat Israël met genocidale bedoelingen heeft gehandeld.
Rechter Barak was ook van mening dat Zuid-Afrika niet heeft aangetoond dat Israël met genocidale bedoelingen heeft gehandeld. Hij stemde voor enkele voorlopige maatregelen die slechts de verplichtingen van Israël onder het Genocideverdrag en het internationaal humanitair recht bevestigen. Hij benadrukte dat de door het Hof opgelegde maatregelen beperkter zijn dan de door Zuid-Afrika gevraagde maatregelen, in het bijzonder omdat er geen staak-het-vuren was bevolen.'
Het ICJ sprak in het vonnis zijn zorg uit over het lot van de gijzelaars die door Hamas worden vastgehouden. Waarom heeft het ICJ dit volgens jou gedaan?
'Het past bij de rol van het Hof, namelijk het beslechten van geschillen tussen staten. Het lot van de gijzelaars is uiterst belangrijk voor Israël. Bovendien, ook al valt het buiten het toepassingsgebied van de zaak en staat het niet in het dictum van de uitspraak, toch kan het bijdragen aan het gevoel dat het Hof beide partijen heeft gezien, ondanks dat de beslissing grotendeels in het voordeel van Zuid-Afrika was. Het Hof verwees ook naar de aanvallen van Hamas van 7 oktober en de slachtoffers van die aanvallen. Die verwijzing versterkt de algemene publieke opinie dat het Hof onpartijdig is en naar de argumenten van beide partijen heeft geluisterd voordat het zijn beslissing nam.'
Meer informatie?
Pinzauti was co-auteur van een recente Leiden Law Blog over mogelijke schendingen van het humanitair recht in Gaza. De blog bespreekt de reactie van Israël op de aanvallen van Hamas op 7 oktober – dezelfde feiten die aan de basis lagen van de uitspraak van het ICJ.
Tekst: Helena Lysaght
Afbeelding bovenaan: Het Vredespaleis, waar het Internationaal Gerechtshof in Den Haag is gehuisvest, Chloe Christine via Unsplash