Roofkunst terug naar Sri Lanka: ‘Het was spoorzoeken wat waar vandaan kwam’
fotografie: Elif Kırakaya
Een kanon, een sabel, geweren: eeuwenlang lagen Sri Lankaanse objecten in het Rijksmuseum. Begin december werden ze teruggegeven aan Sri Lanka. Universitair hoofddocent koloniale geschiedenis Alicia Schrikker leidde het onderzoek dat de basis vormde voor de restitutie en publiceerde samen met collega’s uit Sri Lanka een bundel over de bevindingen.
Nu de discussie over roofkunst steeds vaker oplaait in de samenleving, wordt het belangrijker om de herkomst van voorwerpen te kunnen vaststellen. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft daarom in 2020 de opdracht gegeven om een methodiek voor herkomstonderzoek in koloniale collecties te ontwikkelen, uit te voeren door het Rijksmuseum, het Wereldmuseum (waaronder Volkenkunde en het Tropenmuseum) en het NIOD.
'Je moet maar net een bron vinden.'
‘Ik werd uitgenodigd om het Sri Lankaanse werkpakket te leiden’, vertelt Schrikker, ‘maar in de praktijk was het echt een collectief project: ik werkte in nauwe samenwerking met conservatoren, kunsthistorici en wapenspecialisten in Sri Lanka en experts van over de hele wereld. Het Conservation & Science Department van het Rijksmuseum voerde allerlei metingen uit en een groot deel van het archiefonderzoek in Nederland werd uitgevoerd door een van mijn oud-studenten, Doreen van den Boogaart, een echte speurneus.’
Vermoedens hardmaken
In totaal keken Schrikker en haar team naar zes Sri Lankaanse objecten, waarvan al langer werd vermoed dat de VOC ze als roofbuit mee terug had genomen na de plundering van een paleis in de Sri Lankaanse stad Kandy, in 1765. Toch was het geen uitgemaakte zaak dat de voorwerpen onrechtmatig in Nederlandse musea lagen, benadrukt Schrikker: ‘Het is best moeilijk om vast te stellen onder welke omstandigheden een voorwerp precies is verkregen. Je moet maar net een bron vinden waarin staat dat een geweer of een sabel precies op dat moment op die plek is meegenomen. Bovendien waren in de loop der jaren verschillende verhalen in omloop geraakt over de geschiedenis van de objecten, die voor verwarring zorgden. Van het kanon werd bijvoorbeeld lange tijd gedacht dat het een geschenk was geweest, en in de negentiende eeuw werden het kanon en de gouden sabel toegeschreven aan Michiel de Ruyter. De objecten zelf waren overigens ook verwarrend: het kanon is bijvoorbeeld Europees in vorm, maar draagt een inscriptie in het Singalees en de zilveren en gouden ornamentiek is typisch Kandiaans. Was het nu een Europees of een Sri Lankaans kanon?’
Spoorzoeken
Het onderzoek ging dus niet alleen om de vraag of er sprake was van roof, maar ook om het elimineren van andere theorieën. De onderzoekers waren daarvoor regelmatig aangewezen op materiaalonderzoek. ‘We deden het onderzoek in coronatijd’, blikt Schrikker terug. ‘Daardoor konden we niet naar de voorwerpen toe, maar hebben we in deelteams naar heel gedetailleerde foto’s gekeken.’ Dat pakte verrassend goed uit: 'Het werkte misschien nog wel beter dan wanneer je er met z’n allen in een workshopzaaltje naar een powerpoint op een groot scherm kijkt.’
'De objecten illustreren de complexe verwevenheid van lokale, globale en koloniale geschiedenis.'
Juist de details bleken namelijk vaak veel te zeggen over de herkomst van de voorwerpen. ‘Het was een soort spoorzoeken’, zegt Schrikker. ‘Als een sabel een massief gouden greep, 138 diamanten en een sterke symboliek in de ornamenten heeft, is de kans heel groot dat het een koninklijk voorwerp is. Als je dan ook nog weet dat het ná 1760 en voor 1795 in de collectie van de stadhouder terechtgekomen is, moet het bijna wel zijn meegenomen bij de plundering van het paleis.
Overigens kwamen we op deze manier ook allerlei andere dingen te weten die de objecten in nieuw licht plaatsten, bijvoorbeeld dat de robijnen in de gouden sabel uit Myanmar kwamen, een gebied waar het Boeddhistische koninkrijk Kandy religieus-culturele betrekkingen mee had. Het kanon bleek onderdeel geweest te zijn van een grotere set, waarvan de andere twee nu in Windsor Castle staan, vermoedelijk meegenomen door de Britten tijdens de oorlogen met Kandy begin 19e eeuw. Dankzij deze vondst konden we het productieproces van het kanon in kaart brengen en konden we vaststellen dat het in verschillende fases versierd was: de eerste ornamenten zijn aangebracht tijdens de gieting in – vermoedelijk – de Republiek, de inscriptie en decoratie van goud, zilver en edelstenen zijn later aangebracht in Kandy. De objecten illustreren zo heel mooi de complexe verwevenheid van de lokale, globale en koloniale geschiedenis van Sri Lanka.'
Gemengde reacties
Uiteindelijk lukte het Schrikker en haar teamgenoten om voor alle onderzochte objecten vast te stellen dat het hoogstwaarschijnlijk om roofkunst ging. In juli 2023 besloot staatssecretaris Gunay Uslu, op advies van de ondertussen geïnstalleerde koloniale collectie commissie, de zes objecten terug te geven aan Sri Lanka.
'Sommige Sri Lankanen zijn sceptisch over de teruggave.'
Waren de reacties op dit besluit in Nederland vrijwel uitsluitend positief, in Sri Lanka verschilden de meningen. ‘Sommige Sri Lankanen zijn heel blij met de teruggave’, zegt Schrikker. ‘Anderen zijn sceptisch. Sri Lanka heeft een lange periode van burgeroorlog achter de rug die diepe sporen nagelaten heeft in de samenleving en zit nu bovendien in een diepe economische crisis. Mensen vragen zich af of de restitutie ingezet zal worden om deze malaise te verbloemen, en het nationalisme te versterken.’
Dialoog voeren
Voor Schrikker is dat geen reden om de objecten in Nederland te houden. ‘Nira Wickramasinghe (LIAS) schreef een mooie epiloog voor ons boek, waarin ze, aan de hand van eerdere restituties in Britse-Sri Lankaanse context, reflecteert op deze problematiek. Dat soort gesprekken zouden we vaker moeten hebben. Wat is rechtvaardig? Waar komen voorwerpen het best tot hun recht? Op welke manier raken de teruggegeven objecten opnieuw verbonden en krijgen ze nieuwe politiek-culturele betekenis? Die laatste vraag zien we in Nederland soms over het hoofd. De objecten zijn nu overigens heel mooi tentoongesteld in het Nationale Museum van Colombo, waarbij ook veel van de kennis uit ons onderzoek gebruikt is. En onafhankelijke groepen, zoals de Colombo History and Memory Dialogue Group, organiseren thematische museumwandelingen en discussiebijeenkomsten. Zo blijven de objecten van alles in beweging zetten.’
Het onderzoek heeft geleid tot verschillende rapporten die zijn gebruikt bij de restitutieaanvraag. Daarnaast zijn de bevindingen van Schrikker en haar collega’s gebundeld in het boek Weapons of Persuasion. The Global Wanderings of Six Kandyan Objects dat op 5 december uitkwam. Het boek plaatst de objecten in historische en kunsthistorische context, gaat in op de mogelijkheden en beperkingen van herkomstonderzoek, en reflecteert op de betekenis van restitutie in de complexe Sri Lankaanse politieke realiteit.
Sinds November 2022 neemt Schrikker zitting in de Koloniale Collecties Commissie, onder voorzitterschap van Lilian Gonçalves-Ho Kang You, die het afgelopen jaar ook advies uitbracht over verschillende Indonesische restitutieverzoeken. Bij het advies van deze commissie over de Sri Lankaanse objecten was Schrikker niet betrokken. Voor meer informatie zie de website van de Commissie Koloniale Collecties.