Ilja Leonard Pfeijffer: ‘Alleen creativiteit kan de wereld redden’
fotografie: Monique Shaw
In een bomvolle Pieterskerk sprak Ilja Leonard Pfeijffer op vrijdag 8 december de Huizingalezing uit. De schrijver greep de 52e editie aan om op het belang van creativiteit te wijzen, zowel voor kunstenaars als wetenschappers.
De naamgever van de lezing, historicus Johan Huizinga, vergaarde roem met zijn studie naar de spelende mens. Pfeijffer beloofde zijn publiek al in de eerste minuten van zijn lezing dat hij deze theorie zou gebruiken om ‘het wereldraadsel op te lossen, het vaderland te behouden en, als ik toch bezig ben, mijn dierbare universiteit te redden’.
Verrassing van het spel
Daarvoor ging hij terug naar de vier voorwaarden die Huizinga aan spel verbond, en die volgens hem ook gelden voor de creativiteit die centraal staat in zijn schrijverschap: het spel of de kunst moet in vrijheid beoefend worden, zich onttrekken aan de beslommeringen van het dagelijks leven, geen direct belang hebben en zich binnen duidelijke kaders afspelen. ‘[Creativiteit is] de vaardigheid om zelf te verdwijnen uit het scheppingsproces en zich ondergeschikt te maken aan de regels van het spel.’
Als schrijver kan Pfeijffer dit spel naar hartenlust spelen. Hij kan opgaan in zijn verhaal ‘tot ik daadwerkelijk de indruk [heb] dat ik alleen maar hoef te noteren wat de personages mij dicteren’, en met AI-software kan hij afbeeldingen genereren die hij met een vooruitgewerkt plan nooit zou hebben kunnen verzinnen.
Boekhouders van de feiten
Zijn wetenschappelijke collega’s hebben in dat opzicht minder geluk, betoogde hij. ‘Om terug te keren naar het wereldraadsel – ik ben ervan overtuigd dat dit onmogelijk valt op te lossen zonder creativiteit. Wetenschappers die meten en rekenen, zijn nuttig voor de bewijsvoering achteraf, maar de baanbrekende theorie, die tot een wetenschappelijke revolutie, een paradigmawisseling en een diep nieuw inzicht leidt, kan onmogelijk bedacht worden door boekhouders van de feiten.’
Pfeijffer stelde daarom een terugkeer voor naar Nederlandstalig academisch onderwijs dat sterk gefocust is op specifieke kennis. ‘Het college waarvan ik als student het meeste heb geleerd, was niet de module “Arts, Sciences, Society and Communication”, want die bestond in mijn tijd nog niet, maar het privatissimum Grieks van professor Sicking, waarbij we twee volle semesters hebben gedaan over het bespreken van één enkele pagina van Metaphysica, boek ‘kleine alfa’, van Pseudo-Aristoteles, waarna werd besloten dat we er niets van hadden begrepen en dat we het volgende semester van voren af aan moesten beginnen.’ Dat deze aanpak financieel wellicht weinig aantrekkelijk is, beschouwde hij niet als probleem: ‘Onderwijs en onderzoek kosten geld, net zoals een fietspad geld kost. Een universiteit behoort verliesgevend te zijn, of zij is geen goede universiteit.’
Paradigmawisseling
Het traditionele studenteninterview na afloop van de lezing werd geopend met luid gelach, toen bleek dat interviewer Zoë Jaspers met International Studies niet alleen een door Pfeijffer zo verfoeide brede Engelstalige bachelor volgt, maar deze ook nog eens combineert met de eveneens Engelstalige minor ‘Creative Strategies for a Society in Change’. Het stond een goed gesprek niet in de weg. Naar aanleiding van haar vraag over activistische kunst nuanceerde Pfeijffer zijn eerdere uitspraak dat een schrijver zich verre van de werkelijkheid moet houden. Hoewel hij erbij bleef dat enige afstand tot de actualiteit noodzakelijk is om hierop te kunnen reflecteren, gaf hij toe dat het ‘natuurlijk voor de hand lag om met kunst iets te willen veranderen.’
Student Frank van den Boom (Engelstalige research masters Classics en Literary Studies) wilde onder meer van Pfeijffer weten hoe je toekomt aan de volgens hem zo nodige wetenschappelijke revolutie als je deel uitmaakt van een kapitalistisch systeem vol beursaanvragen en studieleningen. Pfeijffer onderkende dat de volgens hem benodigde creativiteit hierdoor inderdaad wordt belemmerd, maar was desondanks hoopvol. ‘Het is al een enorme stap voorwaarts als wordt onderkend dat er een paradigmawisseling nodig is.’
Sinds 1972 wordt jaarlijks de Huizingalezing georganiseerd in de Pieterskerk te Leiden. De naam van de lezing is een eerbetoon aan de historicus en cultuurfilosoof Johan Huizinga (1872-1945). De lezingen hebben een cultuurhistorisch dan wel een cultuur- of maatschappijkritisch karakter. De tekstuitgave van de lezing is te bestellen op de website van opinieblad EW. Wilt u op de hoogte blijven van toekomstige Huizingalezingen? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief.
De uitgave van de lezing is verkrijgbaar via de webwinkel van EW en via de (online) boekhandel.