LIFF-programmeur Nick Hortensius: ‘Het is fantastisch om je smaak met zoveel mensen te delen’
fotografie: Elif Kirankaya
Alumnus Nick Hortensius begon in zijn studententijd als vrijwilliger bij het Leiden International Film Festival (LIFF). Inmiddels is hij met het festival meegegroeid tot hoofd programmering. Hoe kijkt hij terug op zijn studententijd? En wat kunnen we dit jaar verwachten van het festival?
Als hoofd programmering bij een filmfestival ben je vast altijd een enorme filmliefhebber geweest?
‘Ik had het er laatst toevallig met een collega-programmeur en een bioscoopeigenaar over: wij bleken als kind allemaal vlak bij een Videoland te wonen. Ik gebruikte die videotheek als een soort bieb: erheen lopen en op de bonnefooi dvd’s halen. Zo heb ik op mijn zestiende al allerlei arthousefilms gezien uit de canon van de filmindustrie. Als ik daar nu aan terugdenk, vraag ik me af wat ik daar in vredesnaam mee moest op die leeftijd.’
Wist je meteen dat je iets met die hobby wilde gaan doen?
‘Nee, ik heb eerst psychologie gestudeerd. Pas toen ik in mijn derde jaar een minor Theater en Film tegenkwam, besefte ik dat ik ook professioneel en academisch iets met film kon doen. Die minor beviel zo goed dat ik ben doorgegaan met de master Film and Photographic Studies. Toen ben ik ook als vrijwilliger bij het LIFF begonnen, waar ik al vrij snel bij het programmateam werd gevraagd. Na nog een master filosofie kon ik kiezen: een baan voor vier of vijf dagen in de week zoeken of doorgaan met het LIFF en hopen dat de groei zou doorzetten. Ik heb op het laatste gegokt. Dat heeft heel goed uitgepakt: het LIFF is nu een van de grootste filmfestivals van Nederland.’
Jij bent er inmiddels tien jaar hoofd programmering en educatie. Wat is er zo leuk aan de functie?
‘Ik vind het heel leuk om de ideeën en films die ik gedurende het jaar verzamel te delen met een groot publiek. Het is een enorm voorrecht om op een laptopje met een watermerk een film te kijken en een halfjaar later mensen in een grote bioscoopzaal te zien genieten, soms met de maker erbij.
Daarnaast organiseren we als festival basisschoolvertoningen en geven we door het jaar heen soms gastlessen of workshops. Zelf ben ik bovendien begonnen met Scholierenfilmfestivals. Een groepje van ongeveer tien leerlingen organiseert in een periode van twee maanden een filmfestival voor zijn eigen school: van de films tot een thema, logo, poster, aankleding van de bioscoop en sponsoring. Het is mooi om te zien hoeveel talenten daarin samenkomen: van organisatietalent tot een vlotte babbel voor de marketing.’
Wat voor student was je zelf?
‘Je hebt de zesjescultuur, ik was de zeven-en-halfjescultuur. Ik heb alles zonder vertraging gedaan, maar ik heb me ook nooit het geel voor de ogen gewerkt. Ik deed precies genoeg om zeker te weten dat ik het zou halen. Volgens mij heb ik voor mijn bachelor, minor, master en tweede master altijd een 7,5 gemiddeld gestaan.’
Wat is je favoriete herinnering aan je studententijd?
‘Ik heb mijn twee scripties als heel positief ervaren. Dat hoor je niet vaak, nee, maar ik had onderwerpen gekozen waar ik enthousiast over was en kreeg van allebei mijn begeleiders veel vrijheid. Een ging over B-films, met Showgirls van Paul Verhoeven op de voorkant. Op de andere stond The Notebook, met een soort sigarettenwaarschuwing dat deze film een geromantiseerd beeld van de werkelijkheid kon geven. Alleen al het idee dat ik over dat soort onderwerpen kon schrijven, vond ik geweldig.’
Je bent al zolang professioneel met film bezig. Kijk je nog weleens films in je vrije tijd?
‘Ik kijk op filmfestivals ontzettend veel films, maar op een vrije avond ontspan ik beter met een voetbalwedstrijd dan met een film. Ik heb bijvoorbeeld Oppenheimer nog steeds niet gezien. Dat komt wel weer als het festival voorbij is.’
Wat kunnen we verwachten van deze editie?
‘We hebben veel wat grotere voorpremières van films die de komende jaren gaan uitkomen, soms pas ruim in het volgende jaar. Daarnaast groeit elk jaar het aanbod aan films die niet in Nederland gaan uitkomen en hebben we de ‘echte festivalonderdelen’, zoals een filmvertoning in de Hortus, in een zwembad of in het Rijksmuseum van Volkenkunde of een filmische bier- en wijnproeverij, waarbij we bieren of wijnen aan filmscènes koppelen. Als het goed is, ga je dus naar huis met een biertje of wijn die je wilt drinken en een film waarvan je meer wilt zien dan die ene scène. Juist door dit soort activiteiten ontstaat die speciale filmfestivalsfeer. Als je deze weken in Trianon binnenloopt, voel je meteen dat het anders is dan anders.’
Wil je kans maken op tickets voor het festival? Houd dan onze Instagram in de gaten.