Duaal promovendus onderzoekt digitalisering bij de overheid
Hemin Hawezy, adviseur politiek & internationaal bij de rijksoverheid, is gestart als duopromovendus bij de Universiteit Leiden. Bram Klievink en Toon Kerkhoff begeleiden zijn onderzoek naar de organisatie van digitalisering bij de overheid; een mooi voorbeeld van transdisciplinaire samenwerking.
Hemin Hawezy (31) begon zijn lerende leven op het vmbo. Daarna deed hij havo, hbo en universiteit. Hij ging werken als Rijks I-Trainee en ontdekte dat de combinatie werken en leren hem ook goed lag. Inmiddels werkt Hemin alweer 2,5 jaar als adviseur politiek & internationaal bij CIO Rijk. Deze maand startte hij mede dankzij I-Doctoraat van I-Partnerschap zijn promotieonderzoek aan de Universiteit Leiden, naast zijn baan.
Persoonlijk vindt Hemin het belangrijk dat hij zich kan blijven ontwikkelen en kennis op kan doen, maar hij ziet het ook als gunstig voor de overheid. ‘Digitalisering speelt een steeds grotere rol en tegelijkertijd hebben we een tekort aan IT-professionals’, zegt hij. ‘Het is zó belangrijk dat de overheid expertise in huis ontwikkelt en dat daarin de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen meeneemt. De informatiestrategie van het rijk noemt in-huis kennis en vaardigheden speerpunten voor ons werk voor de samenleving.’
Wetenschappelijk inzicht
Als beleidsmedewerker had hij gehoopt vaker te praten met hoogleraren. Dat viel tegen in de praktijk. Als promovendus gaat hij dat zeker doen. ‘De onderwerpen komen op ons af en externe factoren bepalen steeds vaker waar we beleid op maken. Quantumcomputing, generatieve AI, digitale soevereiniteit. Dit zijn ontwikkelingen waar de wetenschappelijke wereld al veel langer over nadenkt. Wetenschappers en academici kunnen ons helpen met inzichten over trends en om zelf tot inzichten te komen.’
Netwerkperspectief
Onderwerp van Hemins onderzoek is het versterken van de besturing op het informatiedomein benaderd vanuit het ‘netwerk governance’-perspectief. Netwerk governance wil zoveel zeggen als besturen in samenwerking met publieke, private en wetenschappelijke partijen. De verschillende partijen hebben uiteenlopende belangen, maar ook een zekere mate van onderlinge afhankelijkheid. Door interactie en het delen van kennis en middelen hopen zij gezamenlijke doelstellingen te behalen.
Hemin legt uit dat het idee van de staat als netwerk en dat we het allemaal samen moeten doen, een relatief nieuwe ontwikkeling is. ‘New public management probeerde de overheid te runnen als een bedrijf. In een klassieke verzorgingsstaat wil de overheid alles zelf doen. De informatiestrategie Rijk 2021-2025 gaat over ‘de dingen’ samen doen.’ Het onderzoek van Hemin helpt de rijksoverheid om digitalisering goed te organiseren. Het laat zien wat er nu gebeurt en suggereert manieren om het anders te doen. Hierdoor kan de dienstverlening sneller en handiger.
Literatuuronderzoek
De eerste stap van Hemins onderzoek is bekijken hoe die besturing van het informatiedomein georganiseerd is in Nederland. Dat doet hij door literatuur te raadplegen en collega’s te spreken. ‘Wat verstaan we onder governance in de context van digitalisering? Wat zijn de sterke en de zwakke punten en waar lopen we tegenaan?’
Hemin heeft een internationale blik en gaat dus ook kijken naar hoe andere landen de zaken oppakken. ‘De GDPR is een Europese regel die wij hebben vertaald naar de AVG. Maar Duitsland en Frankrijk moeten die regels ook volgen. Hoe doen zij dat? Wat werkt wel en wat niet? Welke kennis kunnen we met elkaar uitwisselen?’ Hij zal daarbij zijn objectiviteit en academische afstand blijven bewaren, ‘anders is het geen onderzoek.’ Uiteindelijk hoopt hij tot een aantal factoren en inzichten te komen die helpen om de besturing In het I-domein te versterken. ‘Zodat we allemaal kunnen bijdragen aan de digitale transitie.’
In Leiden
Twee dagen per week is Hemin op de Universiteit Leiden, waar hij deel uitmaakt van de wetenschappelijke gemeenschap die zich met dit vakgebied bezighoudt. Daar treft hij ook andere promovendi. De begeleiding van zijn specifieke onderzoekstraject is in handen van zijn begeleiders, Toon Kerkhoff en Bram Klievink, met wie hij regelmatig de voortgang van zijn onderzoek bespreekt. ‘Zij helpen ook met de onderzoeksrichting van mijn voorstel. Dat is nu nog aan verandering onderhevig, maar dat wordt vanzelf fijngeslepen.’ De promovendus trekt zes jaar uit voor het onderzoek, maar de eerste bevindingen kunnen al eerder in het werkveld worden toegepast.
Hemin vindt dit een goede fase in zijn leven om zich naast zijn carrière zes jaar te wijden aan onderzoek. ‘Ik vind het mooi aan de overheid, hoe zij investeert in haar medewerkers en in mij. Wij zetten ons in voor de overheid, de overheid zet zich in voor ons.’
Tekst en foto’s: I-Partnerschap Rijk-Onderwijs