Universiteit Leiden

nl en

Prinsjesdag: een begroting vlak voor de verkiezingen. Een kans of een risico?

In de zomer viel het kabinet over migratie. De conservatievere koers van de VVD ging recht in tegen de progressievere koers van de kleinste regeringspartij. Er werden nieuwe verkiezingen uitgeschreven voor 22 november. Dat betekende dat het zittende kabinet vlak voor de verkiezingen een nieuwe begroting zou presenteren. Een beschouwing van de huidige politieke situatie door Simon Otjes.

Het klinkt als de aankomende Prinsjesdag, maar dit gaat over 2006, 17 jaar geleden. De twee situaties lijken enorm op elkaar: beide kabinetten (Rutte IV en Balkenende II) vielen in de zomer. Beide kabinetten vielen over migratie (een pakket om migratie te beperken nu, de zaak Ayaan Hirshi Ali toen). In beide gevallen was het de kleinste regeringspartij (ChristenUnie nu, D66 toen) die voet bij stuk hield. In beide gevallen waren de verkiezingen voor 22 november gepland. En in beide gevallen kwam een demissionair kabinet vlak daarvoor met een begroting.

Fotografie Bas Arps cc-by-2.0

Eerst het zuur dan het zoet

Het kabinet-Balkenende II was in 2003 begonnen onder het informele motto ‘eerst het zuur, dan het zoet’. Balkenende II was een hervormingskabinet dat een aantal grote wijzigingen van de verzorgingsstaat in gang zette, zoals een nieuw zorgstelsel. In de eerste jaren van het kabinet zette deze in op bezuinigingen en belastingverhogingen om de begroting op orde te krijgen en op loonmatiging om de economische groei aan te moedigen. Deze gingen ten koste van de koopkracht van burgers. De belofte van Balkenende was dat dit ‘zuur’ in de beginperiode van het kabinet zou worden gecompenseerd met ‘zoet’ in eindperiode van het kabinet: als de begroting op orde was en de economie weer ging groeien, dan zouden belastingen omlaaggaan en toeslagen omhoog.

En in 2006 kon dat kabinet dan ook een jubelbegroting presenteren: de economie groeide, de werkloosheid daalde, het vestigingsklimaat was verbeterd, de begroting had een overschot, de belastingen gingen omlaag waardoor de koopkracht van burgers toenam en het vertrouwen van consumenten en bedrijven was gestegen. Oppositiepartijen konden weinig anders dan hun blijdschap uitspreken ‘dat mensen na vier jaar inleveren er weer op vooruitgaan’ in de woorden van Wouter Bos (PvdA).

De tevredenheid met het gevoerde kabinetsbeleid was ook terug te zien in kiezersonderzoek rondom de verkiezingen: dit was sterk gegroeid ten opzichte van 2003. Meer mensen meenden dat het kabinetsbeleid een gunstige invloed had gehad op de economie dan een ongunstige invloed. De campagne richtte zich op economische thema’s en kiezers die positief waren over het kabinetsbeleid, kwamen uit bij de regeringspartijen, met name het CDA.

Na een harde verkiezingsstrijd met de PvdA, handhaafde het CDA zich als grootste partij in de verkiezingen van 2006. Maar coalitiepartij VVD die uit een harde leiderschapsstrijd kwam, profiteerde niet van de economische opleving.

Van zoet naar zuur

Net als voor de verkiezingen van 2006 presenteert het kabinet Rutte IV nu een begroting vlak voor de verkiezingen. Maar waar het kabinet Balkenende III een jubelbegroting kon presenteren vol zoet voor de kiezer, is het beeld nu veel somberder. Toen de partijen formeerden over het kabinet Rutte IV klotste het geld tegen de plinten. Maar in tijden van inflatie, economische neergang en oorlog moet het kabinet nu harde keuzes maken: het kabinet wil tegelijkertijd de bestaanszekerheid van burgers beschermen in tijden van inflatie, de begroting op orde krijgen terwijl de economie krimpt en investeren in defensie vanwege de oorlog op het Europese continent.

'Het is onwaarschijnlijk dat een miljoenennota in de mineur de negatieve houding van kiezers ten opzichte van dit kabinet zal veranderen.'

Het is een lastige opgave om deze drie doelen tegelijkertijd te bereiken. De eerste keuzes die nu uitlekken, geven aan dat de koopkracht in 2024 nog steeds lager zal zijn dan voor de periode van hoge inflatie. Het is onwaarschijnlijk dat een miljoenennota in de mineur de negatieve houding van kiezers ten opzichte van dit kabinet zal veranderen.  

 

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.