Eva Grosfeld en Armin Cuyvers spreken op UACES Conference over empirische benaderingen van de rechtsstaat
Op 4 september presenteerden Eva Grosfeld en Armin Cuyvers op de UACES Annual Conference in Belfast in een themaonderdeel over empirische benaderingen van de rechtsstaat. Hun bijdrage aan het panel was gericht op de manier waarop het Hof van Justitie de rechtsstaat benadert en hoe deze aanpak de houding van de burgers tegenover de EU beïnvloedt.
Een analyse van de jurisprudentie van het Hof toont aan dat het Hof met het oog op de bescherming van de beginselen van de rechtsstaat, die door sommige lidstaten worden geschonden, benadrukt dat het EU recht altijd boven de nationale wet staat. De analyse beargumenteert ook dat de rechtsstaat een gemeenschappelijke waarde is en dus geen bedreiging kan vormen voor de nationale identiteit van de lidstaten. Dit rechtvaardigt een uniforme definitie van de rechtsstaat.
Empirische analyses hebben deze veronderstelling gedeeltelijk bevestigd en toonden aan dat de rechtsstaat inderdaad een algemeen aanvaarde waarde is onder EU-burgers, ongeacht hun politieke voorkeuren en morele zorgen. Mensen met een conservatievere ideologie vinden de bescherming van hun nationale identiteit echter even belangrijk, als niet nog belangrijker dan de rechtsstaat. Zij zouden de primaat van het EU-recht kunnen ervaren als een bedreiging voor hun nationale identiteit.
Door deze perspectieven te integreren, bespraken Armin en Eva wat dit kan betekenen voor de jurisprudentie van het Hof van Justitie. Zowel juridische als sociaal-psychologische analyses bevestigen dat de rechtstaat een belangrijke gemeenschappelijke waarde is. Maar het legitimeren van deze gemeenschappelijke waarde kan worden ondermijnd wanneer burgers het zien als een aanval op hun nationale identiteit. Misschien moet het Hof manieren overwegen die de rechtstaat beschermen en tegelijkertijd erkennen dat een grote groep burgers emotionele bescherming van hun nationale identiteit nodig heeft.