Zo oud als de weg naar Rome: ‘Fake news was al te vinden in de oudheid’
fotografie: Anna Loh
Fake news een nieuw fenomeen? Niet volgens Rens Tacoma en Indira Huliselan. In een NWO-project gaan de universitair hoofddocent en promovendus zich verdiepen in het gedraai, gekonkel en geknoei met feiten van duizenden jaren geleden.
‘Het is niet in alle opzichten hetzelfde, maar wij denken dat er een historisch equivalent van fake news bestond in de oudheid’, vertelt Tacoma. ‘Er zijn best wat documenten uit het Romeinse Rijk bekend die vals zijn of waarin gerommeld lijkt te zijn. Voorheen hebben onderzoekers die vaak snel terzijde gelegd, omdat ze niet ‘echt’ zouden zijn. Wij denken dat juist deze documentaire ficties inzicht kunnen geven in het functioneren van de toenmalige maatschappij.’
Veel geknoei is te vinden in brieven van de keizer aan lokale gemeenschappen of individuen. ‘Die waren voor de ontvangers zo belangrijk dat ze in steen werden ingegraveerd. Daarmee lieten ze zien dat ze privileges hadden gekregen, maar ook dat ze een lijntje met de keizer hadden’, licht Tacoma toe.
Positie claimen
Juist die grote waarde van de teksten, maakte het verleidelijk om een woordje te veranderen of een regelrechte leugen toe te voegen. Waarschijnlijk is dit veelvuldig gebeurd ten tijde van de eerste christelijke keizer Constantijn de Grote. ‘Tot dan hadden de christenen weinig aanzien, maar door de erkenning die Constantijn de godsdienst gaf, veranderde hun status dramatisch’, vertelt Huliselan. ‘Dat betekende alleen niet dat de rest van het volk dat ook meteen accepteerde.’
Het leidde tot een strijd tussen christenen en andere sociale groepen, waarbij flink met documenten werd gezwaaid. ‘Je ziet dat de christenen zich de geschiedenis in gaan schrijven om zich enerzijds te verdedigen en anderzijds hun tegenstanders terecht te wijzen, licht Huliselan toe. Aan haar de taak om de komende jaren in kaart te brengen hoe de christenen precies hebben geprobeerd om hun positie te claimen en veilig te stellen.
Breedte en diepte
‘Indira gaat daarmee een soort diepteboring doen, door heel specifiek naar één casus te kijken’, vertelt Tacoma. ‘Zelf ga ik juist proberen in kaart te brengen hoe dit soort documenten in de hele Romeinse wereld gedurende de hele Romeinse keizertijd gefunctioneerd kunnen hebben. Daardoor krijgen we zowel een globaal als een gedetailleerd beeld. Op termijn komt er nog een postdoc bij die gaat bestuderen hoe in antieke literatuur wordt omgegaan wordt met gemanipuleerde documenten.’
Daarbij is het niet de bedoeling om voor eens en voor altijd duidelijk te maken wat waar is en of echt is. Tacoma en Huliselan willen vooral laten zien of en hoe documentaire ficties in de Romeinse wereld hebben gefunctioneerd en hoe zich dat verhoudt tot modern fake news. ‘Sommige elementen zijn heel duidelijk nieuw, zoals de enorme snelheid waarmee desinformatie zich tegenwoordig verspreidt’, zegt Tacoma. ‘Tegelijkertijd kunnen we door de nieuwe theorieën over fake news toe te passen op de oudheid ook laten zien dat zich een vergelijkbaar fenomeen heeft voorgedaan.’
Veelgevraagd onderwerp
En daar blijkt behoefte aan. ‘Ik vind het heel leuk dat dit project zijn oorsprong heeft in een facultair Research Traineeship dat ik samen met Peter Burger van Mediastudies heb opgezet. Indira speelde daarin een glansrol’, vertelt Tacoma. ‘Toen we kleinschalig aan de slag gingen, merkten we al dat het onderwerp aansloeg, maar de behoefte aan historische contextualisering is alleen nog maar meer geworden.’
Huliselan vult aan: ‘We zijn tijdens dat traineeship al uitgenodigd om te spreken op congressen, maar nu gaan we ook een podcast maken met het Rijksmuseum van Oudheden en samenwerken met de Maand van de Geschiedenis, die volgend jaar ‘Echt Nep’ als thema heeft.’ Tacoma: ‘Als Oudheidkundige is het soms best lastig een relatie te leggen tot maatschappelijke thema’s, maar in dit geval is het bijna andersom.’