Is het een vervalsing of niet? Tijd voor een nieuw soort kennerschap
fotografie: Pexels/Yigithan Bal
Wordt er een vervalste Vermeer of Rembrandt ontdekt, dan is dat wereldnieuws. Toch heeft het traceren van vervalsingen lange tijd weinig prioriteit gehad in de kunstgeschiedenis. Universitair docent Anna Tummers krijgt een ERC-beurs van bijna twee miljoen euro om daar verandering in brengen.
Wie wil weten of een schilderij ‘echt’ is of niet, is daarvoor afhankelijk van het oordeel van kenners. Op basis van stijl, techniek, historische gegevens en soms wat fingerspitzengefühl bepalen zij of een werk mag worden toegeschreven aan een bekende kunstenaar. ‘Dat oordeel kan vrij subjectief zijn’, zegt Tummers. ‘Lange tijd wilden veel academische kunsthistorici er daarom niet te veel mee geassocieerd worden.’ Het idee was bovendien dat onderzoek naar vervalsingen niet echt nodig was. Tummers: ‘Vervalsingen zouden nauwelijks een rol spelen in de kunstgeschiedenis. Toen ik werd opgeleid door de grote Rembrandt-kenner Ernst van de Wetering liet hij zijn leerlingen weten dat vervalsingen van oude meesters geen echte uitdaging vormden; het was een veel groter probleem om Rembrandt te onderscheiden van zijn leerlingen.’
Steeds vaker bleek die veronderstelling echter niet houdbaar. ‘De afgelopen tien jaar zijn we enorm opgeschrikt door het ene na het andere schandaal’, legt Tummers uit. ‘Vervalsingen bleken een systematisch probleem te vormen dat moet worden aangepakt. Met dit project gaan wij dat proberen te doen.’
Grote trefkans door nieuwe techniek
Tummers’ aanpak onderscheidt zich daarbij van het traditionele kennerschap door de inzet van de nieuwste technische analysemethoden en computerwetenschap. ‘De Nachtwacht is inmiddels onderzocht met de nieuwste technieken, maar zelfs voor Rembrandt is dat bij veel andere van zijn werken nog niet gebeurd. Dat maakt de trefkans ontzettend groot als we potentiële vervalsingen en vergelijkbare originelen diepgaand gaan onderzoeken. Het is onmogelijk dat een vervalser bijvoorbeeld de manier van opbouw heeft nagedaan, als daar tot nu toe niets over bekend was. Het is alsof we in de keuken gaan meekijken, terwijl we hiervoor voornamelijk het gerecht konden beoordelen.’
Uiteindelijk is het doel van het project om vooruit te gaan denken. Wanneer duidelijk is welke significante anomalieën en risicofactoren optreden, wordt het eenvoudiger om te voorspellen of een werk een vervalsing is. ‘Eerst gaan we proberen om keihard aan te tonen dat we vervalsingen hebben gemist’, vertelt Tummers. ‘Dan gaan we kijken waaraan we het hadden kunnen zien en welke risicofactoren hierbij een rol spelen. Tot slot willen we een soort shortcuts gaan ontwikkelen: checklists van rode vlaggen en geavanceerde computertools die opvallende aanwijzingen opsporen. Als we eenmaal weten welke visuele patronen wellicht een rode vlag zijn, willen we die geautomatiseerd in kaart brengen.’
Eeuwigdurend kat-en-muisspel
Waar bij andere vernieuwende onderzoeken reikhalzend wordt uitgekeken naar de eerste resultaten, hoeft Tummers niet per se op enthousiasme te rekenen. Veel musea of verzamelaars willen liever niet horen dat een duur aangeschaft werk eigenlijk een vervalsing is. ‘Ik heb vijftien jaar als museumconservator gewerkt in Engeland, Amerika en Nederland, dus ik heb gelukkig een goed netwerk’, relativeert ze. ‘Inmiddels heb ik een aantal casussen die ik wil gaan onderzoeken, bij voorkeur in voorname musea of op beurzen. En dan met zo hard mogelijke bewijzen aantonen dat het echt mis is, zodat we een ijkpunt hebben.’
Verwacht ze vervolgens vervalsers definitief de voet dwars te zetten? ‘Ik denk dat we het in elk geval weer een stap moeilijker maken. Ik heb zelf het idee, maar dat zal uit het onderzoek moeten blijken, dat schilders die heel veel technische aandacht krijgen, in één klap een stuk minder aantrekkelijk worden om te imiteren. Tegelijkertijd zou het best kunnen dat daardoor de iets minder beroemde schilders, het stapje onder de allerberoemdste zeg maar, ineens veel aantrekkelijker worden om te vervalsen. Het blijft een eeuwigdurend kat-en-muisspel.’