Hoe milieuvervuilende gebouwen en machines rijke landen steeds rijker maken
fotografie: Pixabay
Rijke landen worden steeds rijker door milieuvervuilende (bouw)investeringen uit het verleden. En dat voor een groot deel op kosten van arme landen. Dat blijkt uit economische en milieudata van de afgelopen vijftig jaar. ‘De kloof tussen arme en rijke landen wordt steeds groter.’ Wetenschappers van het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML) publiceerden samen met internationale collega’s hun onderzoek hierover in PNAS op 5 juni 2023.
Een opvallend kenmerk van de menselijke samenleving is een ongekende toename van ‘gefabriceerd kapitaal’: gebouwen, voertuigen, machines en software. Het produceren, gebruiken en onderhouden daarvan veroorzaakte – en veroorzaakt nog steeds – een flinke milieuvoetafdruk. Onterecht denken we vaak dat emissies van broeikasgassen en het gebruik van hulpbronnen voornamelijk voortkomen uit consumptie op de korte termijn. Dit nieuwe onderzoek laat zien dat het anders zit en hoe de gang van zaken de ongelijkheid in de wereld nog altijd steeds verder vergroot.
Universitair docent bij het Leidse CML Ranran Wang is eerste auteur van het onderzoek. Ze berekende de broeikasgasuitstoot en het materiaalgebruik dat gemoeid was met het wereldwijd bouwen en produceren van al het sinds 1970 gefabriceerde kapitaal dat in 2019 nog in gebruik was:
- 254 gigaton CO2-equivalenten
- 31 gigaton ijzererts
- 24 gigaton kopererts
- 507 gigaton niet-metaalhoudende mineralen
- 23 gigaton hout
650 miljoen (gezonde) levensjaren
De onderzoekers introduceren de Legacy Environmental Footprint (LEF): de historisch opgebouwde milieuvoetafdruk die gepaard gaat met het opbouwen van gefabriceerd kapitaal. Die LEF bestaat niet alleen uit het materiaalgebruik en de uitstoot van broeikasgassen, maar ook uit de impact op de menselijke gezondheid. Die wordt gemeten in DALY’s (Disability Adjusted Life Years): het aantal jaren dat mensen eerder sterven door ziekte of aandoeningen en het aantal jaren dat ze leven met verminderde gezondheid. Het wereldwijde gefabriceerde kapitaal kostte maar liefst 650 miljoen (gezonde) levensjaren, hoofdzakelijk bij mensen die betrokken waren bij de winning en verwerking van al die materialen of die klachten kregen door bijvoorbeeld fijnstof.
Arme landen betalen een dubbele prijs
Opvallend is dat veel kapitaalvoorraden van rijke landen zijn opgebouwd met hulpbronnen uit hoofdzakelijk arme landen. Dat geldt met name voor metaalertsen. ‘Helaas profiteren deze minder ontwikkelde economieën onevenredig weinig van de economische voordelen’, schrijft Wang. Ze stelde vast dat 59% van de koperertsvoetafdruk en 46% van de ijzerertsvoetafdruk van het huidige gefabriceerde kapitaal van de 33 meest ontwikkelde economieën afkomstig is uit ontwikkelingslanden.
Ontwikkelingslanden ontvangen eenmalig een relatief lage prijs voor alle materialen die ze leveren, terwijl ze wel hoge sociale, milieu- en gezondheidskosten betalen om ze in mijnen te winnen. De kosten in gezonde levensjaren liggen dan ook voornamelijk in deze landen. Zij betalen zo een dubbele prijs voor de toenemende rijkdom in rijke landen.
Kapitaal accumuleert nog steeds in rijke landen
De Noorse hoogleraar Industriële ecologie Edgar Hertwich, mede-auteur van het artikel, schrijft: ‘Nog altijd accumuleert kapitaal in rijke landen, inclusief China. De kloof met arme landen blijft groeien. Duurzame ontwikkeling vereist investeringen in arme landen, met gebruik van grondstoffen. In de Rijke landen moeten we meer eigen grondstoffen gebruiken en ook hergebruiken wat er al in onze huidige kapitaalvoorraad aanwezig is.’
Wang: ‘Met dit onderzoek zetten we een cruciale eerste stap om de levensduur van de kapitaalvoorraad op te nemen in milieueffectbeoordelingen. Dat levert waardevolle inzichten op voor investeringsbeslissingen. Ik hoop dat dit onderzoek beleidsmakers inspireert om kapitaalaccumulatie duurzamer en eerlijker te benaderen.’
Tekst: Rianne Lindhout
Beeld: Pixabay