Ontgroening in het weiland, scheppen naar het verleden
fotografie: Rob Dorresteijn
Veertig archeologiestudenten staan onwennig met een schep tussen de weilanden in Oss. Tijdens hun allereerste dag veldwerk gaan ze spieren aanspreken waarvan ze nog niet wisten dat die bestonden. Maar het is niet alleen hard werken: ‘Het is als groep 8-kamp, maar dan beter.’
De eerste keer met een schep een archeologische opgraving doen, gaat nog niet bij iedereen vlekkeloos. ‘Jongens, het lijkt wel of jullie een maanlandschap hebben gecreëerd’, zegt universitair docent Mark Driessen tegen drie eerstejaarsstudenten die een nogal hobbelig stuk grond hebben achtergelaten. ‘Je moet niet scheppen alsof je een bolletje ijs aan het maken bent, maar schaven. Denk aan hoe je boter met een mes uit een kuipje haalt. Daar ga je ook niet in hakken.’
Middeleeuwen en prehistorie
In Oss wordt al bijna vijftig jaar archeologisch onderzoek gedaan. De Brabantse gemeente heeft een middeleeuws verleden en waar nu nieuwbouwwijken staan, woonden in de prehistorie en de Romeinse periode ook al mensen. Op de plek waar de studenten nu graven, worden over een paar jaar huizen gebouwd. Hoewel het dus hun eerste keer in het veld is, werken de archeologen in spe mee aan echt onderzoek.
Wie nu denkt dat er aardewerk, delen van huizen of gebruiksvoorwerpen de grond uitkomen, wordt teleurgesteld. Voor de meeste mensen ziet de grond er na het scheppen nog steeds uit als een zandbak. Maar aan de hand van verkleuringen in de grond kunnen de studenten zien of er vroeger ergens bijvoorbeeld een waterput, huis of grafheuvel (zoals studenten vorig jaar ontdekten) heeft gestaan.
Trui uit, spierpijn aan
Om die verkleuringen te zien moet er met beleid worden geschept. De studenten beginnen allemaal in een trui met lange mouwen, maar al snel staan ze alleen nog in een T-shirt te scheppen met Sjefke schep, Marie-Louise, Pumba, Mr. Bean of Dobby. Alle scheppen hebben namelijk van hun eigenaar een naam gekregen. Het is best zwaar werk en af en toe wordt er gerekt, naar een onderrug gegrepen en gepuft. De meesten vrezen voor spierpijn de volgende dag.
Universitair docent Maaike de Waal begeleidt de groep in Oss: ‘Deze weken leren 120 studenten de eerste kneepjes van het veldwerk. Het is iets waar de meesten het hele jaar naar uitkijken. Toch zijn er studenten die er hier achter komen dat ze veldwerk helemaal niet leuk vinden, anderen zie je juist opbloeien. Dat is allebei goed om te ervaren.’
Eén keer graven, daarna is het stuk
Laura dacht van tevoren dat het snel saai zou worden, omdat er alleen sporen zijn te vinden en geen spullen. ‘Maar ik vind het langer leuk dan ik dacht, omdat er steeds meer tevoorschijn komt. Als je begrijpt wat je ziet, is alles leuk. Het is wel lastig, omdat de grond recht afgegraven moet worden, maar bij mij is het helemaal hobbelig geworden.’ Lisanne voegt toe: ‘Het is leuker dan hoorcolleges of werkgroepen. Je leert hier echt veel meer.’ Julian: ‘Het is leuk dat we met een echte opgraving bezig zijn. En dat we geen voorwerpen vinden, haalt ook wel een beetje de spanning weg dat je iets verpest.’
Elk groepje van een paar studenten heeft aan het begin een eigen vlak gekregen waar ze in mogen graven. Na een paar uur hebben ze zich zo naar elkaar toe gegraven dat er een ware koorddans ontstaat om maar niet op elkaars afgegraven stukjes te gaan staan. Dat is een groot taboe, want dan kunnen er geen goede foto’s en tekeningen meer worden gemaakt. Die documentatie na het graafwerk is belangrijk, want sporen kunnen maar één keer worden opgraven, daarna is het stuk.
Na een dag tussen de weilanden, overnachten de studenten, waarvan veel ook vrienden zijn, in de buurt. ‘Het is een beetje als groep 8-kamp, maar dan beter’, zegt Laura.
Stuur foto’s en verhalen in van jouw tijd in Oss
Volgend jaar is het vijftigste jaar dat er archeologische opgravingen worden gedaan in Oss en voor dat jubileum willen wij een artikel schrijven. Daarbij kunnen wij jullie hulp gebruiken. Veel archeologiestudenten en medewerkers van de Universiteit Leiden zijn in Oss geweest om te helpen. Heb je nog foto’s, een mooi of leuk verhaal over jouw tijd in Oss? Stuur dan een mail naar nieuws@leidenuniv.nl.
Tekst: Dagmar Aarts
Beeld: Rob Dorresteijn