Hoe zag het verzet er in Indonesië tijdens de Tweede Wereldoorlog uit?
fotografie: Nationaal Archief
Verhalen over verzet in de Tweede Wereldoorlog komen in de Nederlandse geschiedschrijving ruim aan bod: Hannie Schaft, Erik Hazelhoff Roelfzema en hoogleraar Cleveringa zijn enkele van de bekendste. Maar deze verhalen richten zich grotendeels op het Nederlandse nationale perspectief. Aan de andere kant van de wereld leidde een complexe koloniale context tot een nog complexere realiteit tussen bezetter en degenen die bezet zijn.
De bezetting van Nederland door nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog is een relatief eenduidig verhaal: een soeverein land werd binnengevallen, en de meeste inwoners waren daar niet blij mee. Georganiseerde groepen verzetten zich op verschillende manieren tegen de bezetting. Hoewel er enkele parallellen kunnen worden getrokken tussen de nazi-Duitse bezetting van Nederland en de Japanse bezetting van Indonesië - bij de Nederlanders bekend als Nederlands-Indië - zou het een vergissing zijn te denken dat precies hetzelfde verhaal van verzet zich afspeelde in de voormalige Nederlandse kolonie, zegt universitair hoofddocent Ethan Mark.
Nieuwe hoop
Eenvoudig gezegd, vanuit Indonesisch perspectief gaf de ervaring van de Nederlandse koloniale bezetting een andere draai aan de bezetting door de Japanners. Veel Indonesiërs verwelkomden hen zelfs. ‘Ze stonden open voor de Japanners als alternatieve bezetter, omdat ze het Nederlandse racisme, de discriminatie, de uitbuiting en de onderdrukking hadden meegemaakt,’ zegt Mark. De Japanners presenteerden zich ook als bevrijders van het westerse kolonialisme. 'Aanvankelijk waren de Indonesiërs daarom optimistisch en opgewonden. De zaken zagen er veel rooskleuriger en veelbelovender uit dan onder de Nederlandse bezetting.'
Zo kozen Indonesische nationalistische leiders als Soekarno, in de overtuiging dat het in het nationale belang was, voor samenwerking met de Japanners. 'Het maakt het moeilijker om verzet te organiseren als je leiders collaboreren,’ vertelt Mark. Het beperkte verzet dat tijdens de oorlog ontstond, kwam vooral van Nederlanders of "Indo's" (red. mensen van gemengde Nederlandse en Indonesische afkomst) die vonden dat Nederlands-Indië bevrijd moest worden van de Japanse bezetter en aan Nederland moest worden teruggegeven. 'Maar veel Indonesiërs vonden het beter om aan de Japanse kant te blijven dan een Nederlandse terugkeer te steunen.'
Onaangename verrassing
Naarmate de oorlog vorderde, werden de Indonesiërs echter onaangenaam verrast. 'Ze leden uiteindelijk meer onder de Japanners dan onder de Nederlanders,’ legt Mark uit. Hij typeert de Japanse heersers als onbekwaam en met weinig kennis van de regio. De oorlog bracht nog meer chaos in het Indonesische leven. ‘Indonesië had een economie die gebaseerd was op koloniale export, dus moest het basisbehoeften als voedsel en kleding importeren. Toen de handel door de oorlog werd afgesneden, ontstonden er al snel tekorten,’ legt Mark uit. Toen de oorlog zich tegen Japan keerde, werd de situatie nog nijpender. ‘Als een typische kolonisator gaven de Japanners voorrang aan hun eigen behoeften boven die van de gekoloniseerden. Indonesisch voedsel, dat toch al schaars was, werd ook opgeëist om de troepen te voeden.’
Hoewel in totaal zo'n vier miljoen mensen in bezet Indonesië door toedoen van de Japanners stierven, kwam de bevolking niet in opstand. ‘Op dat moment waren de meesten uitgeput en uitgehongerd,’ zegt Mark. Bovendien bleven sommige mensen ondanks de moeilijke tijden hoop houden op een onafhankelijk Indonesië. Laat in de oorlog hadden de Japanners beloofd dat ze Indonesië uiteindelijk onafhankelijk zouden maken. ‘Vanuit het perspectief van de Indonesische leiders had het weinig zin om zich tegen de Japanse bezetters te verzetten vanwege de belofte van onafhankelijkheid, ook al stierven de mensen van honger en ziekte.’ Als de oorlog langer had geduurd, vermoedt Mark dat de Japanners misschien meer verzet hadden gezien, vooral van jongere Indonesiërs. Terwijl de belofte van onafhankelijkheid oudere leiders in toom hield, hadden veel Indonesische jongeren het vertrouwen in de Japanners verloren.
Strijd na bezetting
Het meest substantiële anti-Japanse verzet van de Indonesiërs kwam dus nadat de Japanners zich hadden overgegeven. De geallieerden gaven de Japanners opdracht de wapens niet aan de Indonesiërs af te staan en de linie te houden tot de Nederlanders terugkeerden. 'Sommigen besloten toch wapens aan de Indonesiërs te geven, maar de meeste Japanse soldaten hielden zich wel aan het bevel en weigerden wapens af te staan', aldus Mark. Wat volgde waren confrontaties tussen Japanse troepen en Indonesische nationalisten. 'Een behoorlijk aantal Indonesiërs en enkele Japanners sneuvelden in deze gevechten in de maanden na afloop van de bezetting.'