Universiteit Leiden

nl en

Krijgt iedereen ‘een stuk van de nationale taart’? Hoe Nigeriaanse politici samenwerken om publieke middelen te verdelen.

Sinds 2017 verdiept politicologe Leila Demarest zich in de dynamiek van Nigeria's National Assembly, het federale parlement van het land. Want hoe werkt dit systeem, en hoe werken politici samen? En hoe worden de publieke middelen verdeeld over de verschillende regio's, die voornamelijk gefinancierd worden met oliegeld? Dankzij verschillende bezoeken van in totaal 8 maanden aan de hoofdstad van Nigeria, lukte het haar om vier papers te schrijven over verschillende aspecten van Nigeria's National Assembly. In dit artikel deelt zij de belangrijkste vondsten.

Spanningen tussen etnische en regionale groepen

Aanvankelijk was Demarest vooral geïnteresseerd in de relaties tussen parlementsleden van verschillende etnische en regionale groepen. Spanningen tussen deze groepen zijn in Nigeria aan de orde van de dag. Een belangrijk twistpunt is de toegang tot openbare middelen, die meestal met oliegeld worden gefinancierd. Politici bekritiseren vaak de nationale en regionale regeringen omdat hun regio's worden gemarginaliseerd en niet het hun eerlijke deel krijgen. In deze context vroeg zij zich af hoe het Nigeriaanse parlement ooit de begroting goedgekeurd krijgt en het eens kan worden over de verdeling van de middelen. Deze vraag kwam voort uit haar eerdere onderzoek naar verdeeldheid tussen groepen en federalisme in Nigeria.

Politici bekritiseren vaak de nationale en regionale regeringen omdat hun regio's worden gemarginaliseerd en niet het hun eerlijke deel krijgen.

Commissies geven toegang tot publieke middelen

Toen ze dit in 2017 ging onderzoeken ontdekte ze al snel dat haar aanvankelijke ideeën moest aanpassen. Demarest: 'zo dacht ik in eerste instantie dat politieke partijen een belangrijke rol zouden spelen om politici van verschillende etnische en regionale groepen op één lijn te krijgen over beleid, zeker gezien het feit dat partijen in Nigeria bij wet verplicht zijn om divers te zijn (er is een verbod op etnische partijen). Toch bleken partijen weinig praktische invloed te hebben op het werk van parlementsleden, zij ontvingen zelden instructies. Niettemin waren de relaties tussen de groepen vrij vriendschappelijk, en het parlement kende zelden een patstelling of hevige strijd.’

Wat Demarest ontdekte was dat parlementsleden vooral samenwerking bevorderen via het commissiesysteem. De leiding van de Assembly zorgt ervoor dat alle relevante etno-regionale groepen een sleutelpositie in het parlement innemen en gelijke toegang hebben tot de commissies. Deze commissies bieden op hun beurt toegang tot overheidsmiddelen: parlementsleden kunnen lobbyen voor projecten in hun kiesdistricten en kunnen overheidsopdrachten doorschuiven naar hun eigen bedrijven of die van hun vrienden. Aangezien iedereen een stuk krijgt van wat in Nigeria ‘de nationale taart’ wordt genoemd (oliegeldmiddelen), wordt de stabiliteit gehandhaafd.

> Bijbehorende publicaties: Demarest L. & Langer A. (2023), Managing Diversity in Nigeria's Fourth Republic National Assembly: Integrated Parties versus Ethno-Regional Balancing, Publius: The Journal of Federalism.

> Demarest L. (2023), From budget padding to budget scrutiny? National Assembly-executive relations in the budget process, Nigerian Journal of Legislative Affairs 10(1).

 

De macht van parlementsleden

Ze ontdekte al snel dat haar oorspronkelijke onderzoeksvraag ook verband hield met andere, even interessante vragen: ‘het was een wijdverbreid idee in mijn vakgebied (Afrikaanse politiek) dat wetgevende instanties niet echt de moeite van een diepgaand onderzoek waard waren, omdat ze over het algemeen werden beschouwd als zwakke instellingen. Maar aangezien parlementsleden in Nigeria publieke middelen naar zich toe konden trekken, ontdekte ik dat dit hen ook macht gaf ten opzichte van de president. Vooral parlementsleden met toegang tot enkele van de meer 'sappige' commissies zoals petroleum, onderwijs, gezondheid enz. bleken meer wetgeving te sponsoren, ook wetgeving die de macht van de president inperkt.

> Bijbehorende publicatie: Demarest L. (2021), Mannen van het volk? Democratie en prebendalisme in Nigeria's Fourth Republic National Assembly, Democratisering 28(4): 684-702.

Waar gaan de middelen naartoe?

Hoewel wetgevers toegang hebben tot publieke middelen, was het ook belangrijk om na te gaan waar deze middelen naartoe gaan. Eerder onderzoek had voornamelijk betoogd dat wetgevers voordelen (ontwikkelingsprojecten, geldoverdrachten, enz.) aan hun achterban verstrekken om stemmen te krijgen en aan de macht te blijven. Dit strookte niet met de realiteit in Nigeria, waar de meeste middelen door elites worden vergaard. Volgens Demarest stelt haar onderzoek dat ‘parlementsleden eigenlijk niet gestimuleerd worden om zich in te zetten voor de kiezers, omdat ze in de eerste plaats hogere partijelites moeten afbetalen om een positie te krijgen. Kiezers worden betaald om te stemmen rond verkiezingstijd, maar dat is meer een eenmalige ruil.’

> Bijbehorende publicatie: Demarest L. (2021), Elite clientelism in Nigeria: the role of parties in weakening legislator-voter ties, Party Politics.

Over het proces

Demarest bracht verschillende veldbezoeken aan Abuja, de hoofdstad van Nigeria tussen 2017 en 2022. Haar laatste onderzoeksbezoek moest worden uitgesteld vanwege corona. Gelukkig was de stichting die de reisbeurs gaf flexibel (Catharine van Tussenbroek Fonds).

Het verzamelen van de informatie die ze nodig had was soms een uitdaging, legt Demarest uit. 'Tijdens mijn veldbezoeken heb ik een enquête gehouden onder Kamerleden, en talloze interviews gehouden met Kamerleden en medewerkers. Dat was niet altijd gemakkelijk; parlementsleden hebben het vaak erg druk en hebben niet altijd tijd voor je. Bovendien lag mijn focus op gevoelige onderwerpen als cliëntelisme en politieke corruptie; mensen praten niet vrijuit over deze onderwerpen. Voor mij was het belangrijk om in contact te komen met lokale onderzoekers om hier meer over te leren. Ik was bijvoorbeeld visiting fellow bij het National Institute for Legislative and Democratic Studies (NILDS).’

‘Ik heb ook veel gebruik gemaakt van officiële documenten van parlementaire procedures, zoals wetgevingsdebatten, stemmingen en handelingen, en ordonnanties. Met deze documenten kon ik mijn eigen dataset samenstellen over parlementsleden, hun achtergrondkenmerken en welke wetsvoorstellen en moties zij (mede)gesponsord hebben. Deze handmatige inventarisatie was zeker uitdagend werk, maar hierdoor heb ik zeer waardevolle inzichten verkregen.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.