Met een camera door de rug van een boek: ‘Je zult maar net die ene zeldzame tekst vinden’
fotografie: Anna Loh
Wat doe je als je een boek uit de zestiende of zeventiende eeuw hebt, maar je vermoedt dat in de boekrug een fragment van een middeleeuws handschrift is verwerkt? Universitair docent Thijs Porck kreeg een NWO-beurs om aan de slag te gaan met een camera aan een slang. ‘Het project komt neer op kijkoperaties bij oude boeken.’
‘Kijk’, zegt Porck, wijzend op het gebonden boek voor zich. ‘Als je een boek open voor je neerlegt, ontstaat vanzelf ruimte tussen de band en het boekblok. Daar kun je een endoscopische camera doorheen steken.’ Met zo’n camera krijg je een goed beeld van de bindwijze van het boek en het middeleeuwse perkament waarmee dat eeuwen geleden is versterkt. En dat is nuttig, want met een beetje mazzel blijkt daar een tot nu toe onbekend middeleeuws geschrift op te staan.
‘Perkament was in de zestiende, zeventiende eeuw vrij duur’, legt Porck uit. ‘Daarom werden oude handschriften in stukjes gesneden en hergebruikt om boeken te binden.’ Boeken die te katholiek waren bevonden, teksten in een onleesbaar geworden schrift of manuscripten die simpelweg niet interessant genoeg meer werden gevonden: ze werden allemaal hergebruikt als bindmiddel. ‘Als mediëvist vind ik dat natuurlijk ongelooflijk jammer’, zegt Porck. ‘Soms denk je: maak al die vroegmoderne banden maar open en haal die middeleeuwse fragmenten weer tevoorschijn, maar dat kan natuurlijk niet en zou ook zonde zijn.’
Als een loodgieter aan de slag
Met een camera aan een slang hoopt hij een subtielere manier gevonden te hebben om de middeleeuwse fragmenten weer zichtbaar te maken. ‘Eerder zijn daar methodes voor bedacht met röntgenapparatuur bijvoorbeeld, maar dat is meteen heel ingewikkeld. Toen dacht ik: als je nou een slang met een camera gebruikt, zoals een loodgieter doet om een verstopte buis te bekijken, dan kun je ook al veel zien.’
Het grote voordeel van Porcks methode is dat er geen apart laboratorium voor nodig is. ‘Ik heb een proefje gedaan met een camera van twintig euro. Zelfs daarmee kon je al een boel zien. Met de beurs die ik nu heb gekregen, kan ik een veel betere camera kopen. Daarmee ga ik oefenen tot we een protocol hebben om opnames te maken zonder schade toe te brengen aan de vroegmoderne boekband. Vervolgens kunnen we naar een archief om echt in de zestiende-, zeventiende-eeuwse boeken te kijken.’
Nieuwe vondsten
Porck verwacht daar nieuwe vondsten te kunnen doen. ‘Heel lang is er alleen naar volledige manuscripten gekeken. Sinds een jaar of tien komt er meer aandacht voor fragmenten. Daar zitten soms teksten bij die 500 jaar in een boekband hebben gezeten en waar al die tijd niet naar gekeken is! Natuurlijk bestaat de kans dat we alleen Bijbelteksten vinden waar we al duizend stuks van hebben, maar je zult maar een stukje van een eeuwenlang vermiste tekst vinden, zoals de Madocke…’ Zelf zou Porck het allerliefst een stuk Oudengels ontdekken. ‘Dat is met mijn specialisme het allermooist. En er zijn in Nederland eerder stukjes Oudengels gevonden, dus het zou kunnen; misschien een nieuw fragment van de Beowulf of de ontbrekende regel van een vroegmiddeleeuws heldendicht.’